Sayfadaki görseller
PDF
ePub

BIJDRAGEN

VOOR DE

GESCHIEDENIS VAN HET BISDOM

VAN

HAARLEM.

ACHTTIENDE DEEL.

HAARLEM,

W. KÜPPERS.

1893.

Bladz.

Het Codicil van Meester Jacob Buyck, den laatsten en uit
Amsterdam verdreven pastoor der Oude of St. Nicolaas-
kerk. BERNARD J. M. DE BONT.
Handschrift van wijlen den Zeer Eerw. Heer J. F. Sem,
van 1820-1843 pastoor der St. Jacobs-parochie te 's Gra-
venhage Opvolging der pastoors van 's Gravenhage.

258

P. ᏃᎳᎪᎡᎢ . 268

Bescheiden uit het laatst der 15de en begin der 16de eeuw.

J. H. HOFMAN. 294

Het trouwen op het graf van Martinus van Heemskerck.

B. H. KLÖNNE 321

Statuut van het Begijnhof te Haarlem over het doen van memoriën in de kapel van het hof (1632, Mei 20).

Medegedeeld door Mr. J. c. OVERVOORDE 336

Handschrift van wijlen den Zeer Eerw. Heer J. F. Sem, van 1820-1843 Pastoor der St. Jacobs-parochie te 's Gravenhage, (Vervolg van blz. 293). P. ZWART 343 Vicarijen in de Parochiekerk te Alkmaar. C. W. BRUINVIS. 398 Toevoegsel aan ,Het Minderbroeders-klooster te Alkmaar".

[ocr errors]

C. BRUINVIS 424

[ocr errors]
[ocr errors]

Uit de levens der,,Maechden van den Hoeck" te Haarlem. (Vervolg van Deel XVII, blz. 257). J. J. GRAAF, Pr. 428 Hoe het portret van Jacob Buyck in den Amstelkring is gekomen. B. H. KLÖNNE

[ocr errors]

447

[ocr errors]

451

[ocr errors]
[ocr errors]

456

De stichting van den Amstelkring. B. H. KLÖNNE.
Een dichtstuk van Mr. Jacob Buyck. J. H. HOFMAN
Geschilderde en gebeeldhouwde portretten onzer geestelijken.

Alphabetisch Register.

COMM. V. H. BISS.-MUSEUM. 461

H. C. MAAT. 465

HET KLOOSTER

DER

H. MARIA VAN NAZARETH TE ALKMAAR.

De eerw. heer P. M. Bots schrijft in De oude kloosters en abdijen van het tegenwoordig bisdom Haarlem (Rijsenburg 1882) aan Alkmaar toe de volgende vrouwenkloosters: van S. Catharina of het oude hof, van S. Maria of het jonge hof, van de clarissen, van S. Maria Magdalena, van S. Anna, van de witte zusters, en van S. Salvator en zijne moeder Maria of het middel-begijnhof. Alleen het laatste beschouwt hij als begijnhof. Het klooster van S. Maria Magdalena, zegt hij verkeerdelijk '), heette eigenlijk het klooster van S. Maria van Nazareth; en hij doet het jongehof met het stadsbestuur accordeeren over een muur in plaats van een aarden wal achter zijne gebouwen, wat wel het oude hof en het middelhof deden,

Zijn getal van 7 conventen

maar het jonge hof niet 2). moet bovendien herleid worden tot 5, want de kloosters van S. Maria Magdalena, van S. Anna en van de witte zusters waren een en hetzelfde.

Van het S. Catharina klooster weten wij veel, dank zij het bewaard gebleven archief, door pastoor van der

1) Vermoedelijk op het voetspoor van Hofdijk en v. d. Kellen, De kloosterorden in Nederland, waar het klooster van S. Maria van Nazareth driemaal, bij de franciscanessen, bij de Maria-Magdalenen en bij de begijnen genoemd wordt.

2) De schrijver geeft ook den indruk, als ware aan het clarissen-klooster een proveniershuis verwant geweest, waar hij van,,proveniers bij de clarissen" spreekt. Het provenhuis van Palinc stond nabij het klooster, beiden buiten de Geestpoort. Voor Ouddorp, bl. 360, leze men Oudorp; het eerste ligt op het eiland Goedereede, het laatste bij Alkmaar.

Bijdragen Gesch. Bisd. v. Haarlem XVIIIe Deel.

1

« ÖncekiDevam »