Sayfadaki görseller
PDF
ePub

dat diergelycke beweeginge, uyt wat goede intentie die oock mooge koomen, aan den Souverain niet aangenaam connen weesen, en hebbe daaromme deselve versekert, wederhouden en geflatteerd met de hoope, dat den Souverain eerlangh in die saecke van onse Religie met een oogh van mededoogenthijdt soude aansien en d'ongemacken van dien sooveel doenelijck versaghten.

Maar nu is het uytgepraadt en hebben mijne woorden bij haar geen crediet meer, en vooral niet bij die van Zaandam en Crommenie, zijnde die eersten buyten maten bedroeft, dat zij haar in een getal van 7 a 8 hondert sien gepostponeert, aan een getal van nogh geen 2 hondert, en van de welcke zy nu als den spodt moeten weesen. Daar zijn verscheyde van die menschen, die door alteratie reeds sieck te bedde leggen; andere toonen haar wederom als uytsinnigh en quaadaardigh, soodat ick waarlijck voor ongelucken vreeze.

Het jegenwoordige Dessain van die mensen is, en daarvan zijn zij niet aft te raaden, om eenige uyt de haaren, dogh van de seedighste en fatsoendelyckste, met d' aanstaande vergaderinge naar den Haagh te deputeren, en aldaar hare klaghten aan alle de Logementen en oock bij UwEd. Gestr. mondelingh te comen doen: en waarvan geoordeeldt hebbe UwEd. Gestr. te moeten adverteeren mits deze, betuygende in opreghthijdt mijn leedtweezen dat ick niet in staadt ben om die menschen eenighzints te vreeden te connen stellen, en daarmede voor te coomen dat UEd. Gestr. noodiger beezigheden op die wijze niet en souden werden verhindert. En wat mij aanbelanght, wensche, met alle sinceriteyt, noyt eenige d'alderminste Directie omtrent de Religie saacke gehadt te hebben.

Hoope en flatteere mijn oock eenighzins, dat UwEd. Gestr. dit mijn schrijven, soo als het oock inderdaadt is, zal considereren als voorkoomende uyt een opreghten patriotten ijver voor het wel weesen van het gemeenebest, en tot welckers voorspoedt dan oock van tijdt tot tijdt mijne geringe gebeeden aan den almogenden opoffere en wel particulierlijck mede, dat Hij UwEd. Gestr, tot welweese van ons Lieve Vaderlande nog lange jaaren in gesondhydt genadelyck gelieve te sparen. Dit is d'opreghte wensch en vurig verlangen van UwEd. Gestr. dien."

Nog wordt op het bisschoppelijk archief te Haarlem bewaard de kopie van een adres, door JAN CORNELISZ.

SCHUYT en JAN ARIAENSE uit naam van de Zaandamsche Katholieken aan de Gecommitteerde Raden opgezonden, waarin nog nadere bijzonderheden voorkomen aangaande van der Kloes, en de moeijelijkheden der Katholieken om hunne godsdienstpligten behoorlijk te vervullen.

"Aende Ed. mo. Hren Gecommitteerde Raden vande Staeten -van Holl'. ende Westvrieslant.

Geven reverentelijk te kennen Jan Cornelisz. Schuyt en Jan Ariaense, soo voor haer selven, als jn den naeme van alle de Roomsche Catholycke van Saendam, dat de supplten met de uytterste droeffheyt des herten hebben ondervonden: dat UEd. mo., op het sub en obrepsieff te kennen geven van seer weynige der soo genaemde janseniste partye van Zaendam voornt (als sijnde verre de meeste en voornaemste van die haer eyge partije daer over ten uyttersten te onvreeden) hebben gelieven goettevinden, dat tot pastoor van de Roomsche gemeinte aldaer soude werden aengenomen seeckeren van der Cloes, die nogh geen priester was, wanneer den laest overledenen priester Sluyter was gestorven; sijnde bovendien den voorn. van der Cloes een persoon (de jansenistery aen een sijde gestelt) van de bekende leere en sentimenten van den soogenaemden bisschop van Uyttrecht Brackman Wuytiers, over het subject vande renten; En sulcx een persoon, met dewelke niet alleen de supplten jn deese, maer ook niet de jansenisten, die van eenige vermogen sijn en coopmanschap drijven, jnt geestelyke communicatie konnen hebben:

Dat der supplten wooningen ende de uytgestrecktheyt van dien is van die constitutie, dat deselve by geen aenleggende roomsche priesters, sooals jn andere dorpen hier en daar nogh wel kan geschieden, gevoegelyck te kerck konnen gaen, nogh haeren godsdienst jn alle zedigheyt en stilte elders oeffenen: boven en behalven dat de voors. aengelegen priesters alle absolutelyck weygeren, jmant van de supplten jn haere sieckte nogh ook ju de laeste uyre van haer leven, volgens de gewoonte der roomsche kercke, by te staen en te beregten. En sulcx de supplten tot haere onuytspreeckelijcke droeffheyt, ook jn dit ruwe winter saysoen moeten sien, haere zieltoogende ouders, kinderen en vrienden jn een schuyt oft slee naer een ander dorp (om aldaer te mogen werden beregt) te vervoeren, en sulcx jn dien doodelijcken

angst, dat sij haer niet weer levendigh sullen konnen terugh brengen.

Waeromme en dat de supplten ('t zij met het uyterste respect en submissie geseyt) op dusdaenighe wijse bynaer niet langer kunnen leven, ende het dan ook jder een sijn gelegentheyt niet en js, om sijn religie op een andere plaetse, daer roomsche priesters werde getollereert, te mogen. oeffenen, van woonplaetse te veranderen; Soo vinden de supplten haer geprancht sigh nogmaels te werpen voor de voeten van UEd. Mo. (voor welkers welvaeren, mitsgaders conservatie van haar Lieve Vaderlant, de supplten verklaeren berey twilligh te sijn, jn alle occasie selfs haer goet en bloet op te offeren) ootmoedelyk biddende, dat UEd. mo. met haeren voors. jegenwoordigen ellendigen staet compassie hebbende, goedertierenlyck aen haer gelieven te vergunnen een goed roomsch Catholyck werelts priester; inboorlingh van deesen staet, mitsgaders aengenaem aen UEd. mo., om alsoo haeren godsdienst, als alle andere goede en getrouwe onderdanen van desen souvereyn, gerustelyk en jn stilte, binnen haere woon en geboorteplaetse te mogen beleven.

Twelck doende etc."

Niets mogt baten: de Jansenistische partij, hoe klein en zwak zij wezen moge, hoe gevaarlijk en oneerlijk haar streven was, zij stond in het oog der Staten toch altijd. nog hooger dan de Roomschen; en om nog geen twee honderd Jansenisten te gerieven, zouden zeven of achthonderd Katholieken hunne kerk weder moeten verlaten, om elders geestelijke hulp te gaan vragen. In twee maanden tijds was alles afgeloopen. Den 26 November 1731 stierf Gerard Sluyter; in het begin van December werd pastoor Willebrinck benoemd; in dezelfde maand kwam de zich noemende aartsbisschop van Utrecht te Zaandam den vrede der kerk verstoren, en zond zijn knecht om de gemoederen op te ruijen; op 2 Februari droeg Willebrinck voor het laatst de HH. Geheimen op, en werd door de Gecommitteerde Raden uit zijn pastorie verjaagd en uit Zaandam verbannen; terwijl van der Kloes zeven dagen

daarna de pastoreele bediening aanvaardde. Immers hij zelf schreef in het reeds aangehaalde register van kommunikanten: „Interea temporis in hac congregatione turbae pro pastore habendo, interim R. D. Willebrinck in locum R. D. Sluyter suffectus fuit, sed 2 Februarii 1732 jussus est abire." Door een zijner opvolgers is nog aangeteekend: post cujus (Sluyter) obitum multae pro habendo pastore fuere discordiae, tempore interea in ipsius locum suffectus fuit R. D. Franciscus Willebrinck, qui 2 Februarii 1732 jussu ordinum compulsus est abire et pastori de clero locum dare." Eindelijk hij zelf schreef in genoemd boekje: "Tempore sacri ministerii, quod ego Joannes Josephus van der Cloes auspice Deo inchoavi, Zaandami die 9 Februarii 1732, numerus communicantium," etc.

Van der Kloes bleef 36 jaren de kerk in bezit houden, stierf 31 Januari 1768, en vestigde daar voor goed de nog bestaande Jansenistische gemeente. Slechts weinigen echter, zelfs geen 200, zijn hem in zijne dwaling en ongehoorzaamheid gevolgd; immers de doopboeken geven niet meer dan 3 of 4, later slechts 2 doopelingen in het jaar op, terwijl het getal huwelijken van 3 vaak op 1 kwam. Nog sleept die kleine gemeente het langgerekte leven voort, en kan geen 28 kommunikanten meer tellen.

De trouwe kinderen der H. Roomsche Kerk verlieten bij de komst van van der Kloes met bloedende harten de kerk op het Papenpad, die zij hadden gebouwd, en gingen voortaan weder naar Sint Maria Magdalena aan 't Kalf, waar pastoor de Jager hen met vaderlijke liefde ontving en verzorgde en bemoedigde. Lang en moeijelijk was hun kerkgang, vermoeijenis en opoffering eischte hun trouw aan de Kerk, vijftig jaren lang moesten zij als verstootelingen ronddwalen; maar dan ook zal de Heer van barmhartigheid en liefde genadig op zijne trouwe kinderen nederzien, en hen op nieuw vergaderen, en onder

de hoede van den H. Bonifacius in een nieuw en eigen bedehuis rondom het H. Sakrament vereenigen.

Hier eindigt de geschiedenis der Zaandamsche parochie van de H. Maria Magdalena aan de westzijde, en begint die van de Sint Bonifacius-parochie aan de oostzijde. V. D. HORST, Pr.

BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS

VAN HET

KLOOSTER MARIËNHAVEN TE WARMOND.

Mijn voornemen is niet, thans eene geschiedenis van dit klooster te geven; de menigte der onuitgegeven stukken daartoe betrekkelijk (alleen in het stedelijk archief te Leiden zijn er over de vier honderd) vereischt een naauwkeuriger studie, dan waartoe ik voor het oogenblik in de gelegenheid was. Ik zal van die geschiedenis alleen eenige punten toelichten, omtrent welke de berigten en meeningen der schrijvers deels verschillend, deels blijkbaar onjuist zijn.

De oudste bekende berigtgever, welke over den oorsprong en de stichting van dit klooster handelt, is Henricus Thaborita '). Uit eene kopie van zijn onuitgegeven Chronicon geeft Matthaeus 2) de volgende aanhaling Circa idem tempus [1413] Dominus Johannes de Wouda fundavit in villa Warmondt monasterium ordinis Cisterciensis

1) Aldus bijgenaamd omdat hij Augustijner-kanunnik was in het vermaarde klooster Thabor bij Sneek.

2) Anal. vet. aev. Tom. VI, 16 der 1 of Tom. III, 435 der 2o editie.

« ÖncekiDevam »