(Het bovenstaande is door mij woordelijk afgeschreven van het oorspronkelijke, hetwelk voorhanden is in het "Register Van de Roomsche Priesters Ende de Ordren over de Bedieningh Van de kerkelijke Zaeken Der Voorz. Gemeente begonnen 21 September 1730" te vinden op de Charterkamer te Leyden. D. Dr. J. D. FRENAY.) HOLLANDIAE ARCHIPRESBITERATUS CONTINET PLURES DISTRICTUS NEMPE Zelandiam, Zeland, quae etiam in Regimine civili est Provincia penitus distincta Delflandiam Delfland In Hollandia Rbijnland Hollandiae et Zelandiae Archipresbiteratum obtinet Amplissimus D. Emericus Vande Capelle Laudatissimae vitae et Eminentis Doctrinae Theologus et Pastor indefessus primum in Vogelezang, et deinde 6 Mensis Jullii 1772 translatus Amstelodamum, ubi in Principe Civitate et in primaria statione Negotia Archipresbiteratus facilius conficere potest. Provinciae (etc.) DISTRICTUS RHENOLANDIAE. Rhenolandia habet a Septentrione Tractum Harlemense et Amstelandiam, ab oriente Provincia Ultraject: a Meridie Schielandiam, ab Occidente Mare Germanicum. Aarlanderveen (etc.) Leyden Lugdunum Batavorum Statio saecularis in platea S. Georgii olim optima R. D. HERMANNUS THEBEN translatus anno 1763 ab Ilpendam Comm: 400 Leyden in Foro pomorum Statio saec. mediocris, sed pro civitate, infima Comm: 450 R. D. LEONARDUS BOUMAN eruditus et eloquens Concionator, sed Capitularibus Harlemensibus ad insaniam usque addictissimus Leyden Statio Saecularis nunc R. D. JOANNES BAPTISTA OUVYN societatis extinctae Membrum Leyden Statio Regul. Carmel. Discalc. Provincinciae Parisiensis Comm. 500 R. P. JOANNES NICOLAUS HAUBÉ R. P. HUBERTUS a Sta Maria socius. Leyden Statio Reg. Carmelit. Discalc. Provinciae Flandro Bel gicae R. P. VENCESLAUS a Sancta Joanna. Leyden Statio Reg. Ordinis S. Dominici R. P. JOSEPHUS LE MARTINEL R. P. GISBERTUS Socius. Communitatis 600 Commun 600 Leyden Statio Reg. Ordinis S. Francisci Commun. 1400, et ultra R. P. JOANNES TEN EYCKEN R. P. DAVID COESMANS socius Leidschendam (etc. Het bovenstaande is door mij getrokken uit een handschrift, waarvan het begin mij ter hand gesteld is door den Heer C. P. van Leeuwen, boekhandelaar te Leyden. Dr. J. D. FRENAY.) E. Verdrag of overeenkomst, waar bij de Zeer Eerwaarde Heer Adrianus Wittert R. P. indekerk van S. Fredericus en Odulphus op de hojegragt binnen Leyden voor zig en zijne opvolgers voor altoos overdraagt, cedeert en in vollen eygendom overgeeft, zonder ooijt enige eygendom of pretensie hoe genaamt te behouden ofte voorte wenden aanden ZeerEerw. Heer Leonardus Bouman R. P. inde kerk van S. Willibrordus opde appelmarkt binnen Leyden en aan zijne opvolgers in gemelde kerk, een huys en erve, staande engelegen opde middelste gragt strekkende tot agter aan de kerk van den S. E. H. Leonardus Bouman dewelke bijdeeze verklaart, de voorgemelde overdragt en Cessie aan te neemen, en in: eygendom te ontfangen het gemelde huijs, met alle zijne last, verpondingen, bongelden en verdere onkosten, hoe genaamt; En darenboven belooft en verpligt de Z. E. H. Leonardus Bouman zig zelf en zijne opvolgers, jaarlijks te zullen betaalen zonder enige voorwending of korting hoegenaamt een somma van tien guldens en tien Stuyvers aanden Z. E. Heer Adrianus Wittert, ofte zijne opvolgers in desselfs kerk, zonder eijnde om 20 te spreeken Ende tot bevestiging deeses, en altoosduurende vastigheijd is deeze op behoorlijk Zeegel geschreeven en bij ons onderteekent binnen Leyden den 1 December 1771 En is aan ijder een gelijk luijdend overgegeeven en ter hand gestelt. ADRIAAN WITTERT Ik ondergeteekende approbeer en Confirmeer de bovenstaande Cessie overdragt en conventie tusschende voornoemde Eerw. Heeren'; als mede dat de E. Hr. Leonardus Bouman en zijne opvolgers inde kerk opde Appelmarkt zullen betaalen aanden E. Heer Adrianus Wittert en zijne navolgers inde kerk opde hoijegragt, de Somma van tien guldens en tien stuyvers jaarlijks opden 1 December en zulks in perpetuum. GWALTH, MICH. AartsB. van Utr. A. VAN DE CAPELLE R. A. Pr. (Het bovenstaande is door mij woordelijk afgeschreven van het oorspronkelijke, hetwelk afkomstig uit de Archieven van de H. Lodewijks-kerk, thans berust in de kerk.arch. van de Parochie-kerk van den H. Petrus te Leyden, Portif. No. 6, afd. b. Het oorspronkelijke is geschreven met de hand van Past. Bouman op een Clein Segel van 12 St. Dr. J. D. FRENAY). F. Extract uit de Notulen, gehouden ter kamer van Burgemeester en Wethouders van Leyden. Donderdag, den 18 Februarij 1808. De Burgemeester heeft gecommuniceerd: 1o. eene dispositie van Zijne Excelentie den Minister tot de Binnenlandsche Zaken, in dato 16 Februarij 1.1. n° 7, houdende, dat aan Zijne Excelentie voornoemd geene redenen zijn voorgekomen, waarom hij niet zou berusten in de gemaakte overeenkomst met den Pastoor der R. C. Gemeente, op de Appelmarkt alhier parochierende, namelijk dat de voormalige Saaihal dezer stad, zonder eenige betaling, tot eene kerk voor de opgemelde Gemeente van stadswege zal worden gecedeerd, onder voorwaarden, bij missive van den 15en dezer maand aan Z. E. voorgedragen. En is de voorschrevene dispositie aangenomen voor notificatie, en diensvolgens alsnu vastgesteld en bepaald: Dat de voormalige Saaihal dezer stad, zonder eenige betaling, van stadswege wordt gecedeerd tot eene kerk voor de Roomsch Catholijke gemeente, thans op de Appelmarkt alhier parochieerende, in dier voege en ten dien effecte: dat het approprieren van dezelve volgens de gemanifesteerde intentie van Zijne Majesteit, onder opzigt van de Regering dezer stad, ten spoedigste zal geschieden, en dat de dispositie over dat gebouw zal zijn en blijven aan dezelve gemeente, of die daartoe harentwege gesteld zijn of zullen worden, tot het einde bij Zijner Majesteits decreet bepaald. En Dat het onderhoud dier kerk ten allen tijde zal geschieden door en ten laste van de voorz. gemeente, behoudens het oppertoezigt van stadswege over dat gebouw, even als over alle andere publieke gestichten; terwijl de toren met den aankleve van dien, mitsgaders het klokkewerk, onder het toevoorzigt en de directie van deze stad zal blijven, en ook van stadswege onderhouden worden. En zal extract dezer worden gezonden aan den Pastoor der Roomsch Catholijke Gemeente, op de Appelmarkt parochiërende, ter informatie. Accordeert met voors. Notulen, (Het bovenstaande is door mij woordelijk afgeschreven van het oorspronkelijke, hetwelk berust in de ijzeren kist der 2o Sectie van het parochiaal kerkbestuur van den H. Petrus te Leyden. Dr. J. D. FRENAY). Bijdragen Gesch. Bisd. v. IIaarlem. Ie Deel. 19 HEILIGE PLAATSEN IN HET BISDOM VAN HAARLEM. II. ONZE LIEVE VROUW TER NOOD OF RUNXPUTTE ONDER HEILO. Oesdom is de aloude, reeds in het jaar 1083 voorkomende ') naam van een gehucht onder de gemeente Heilo, ongeveer een half uur gaans ten zuidwesten van het dorp gelegen, juist aan de grenzen der gemeente Limmen. Daar, zeer digt, bijna onmiddelijk, aan het wagenspoor, dat men den Heerenweg noemt, en waar de spoorlijn Alkmaar-Haarlem thans bijna strijkelings voorbijgaat, verrees in vroeger tijden, vóór de Reformatie en waarschijnlijk reeds diep in de middeneeuwen, eene kapel die men Onze Lieve Vrouw ter Nood noemde. Vóór den ingang der kapel stond een put, die den naam van Runxputte droeg. Was het, wijl de Gezegende Maagd zich daar bijzonder eene beschermster in den nood" had getoond, dat de kapel dien naam voerde? Men zou het zeggen, wijl hij in de zeventiende eeuw door bevoegde overzetters met Domina nostra in necessitate werd vertaald 2). Of waren deze overzetters zelf de aloude traditie reeds vergeten, en was de naam ter Nood" eerder een titel ontleend aan de voorstelling van het aandoenlijke tafereel, dat onze voorvaderen den Nood Gods" noemden, 1) V. D. BERGH. Middennedl. Geogr. 2 uitg. 152. 2) Bat. Sacra. (Lat.) II. 382. |