Sayfadaki görseller
PDF
ePub

Van het Warmondsche bedehuis wordt gezegd: (zie v. d. Aa. Deel XII). "Het is een klein en net gebouw waarop in 1846 een houten toren met lui-klok is geplaatst ; ook is het van een orgel, dat in 1838 vernieuwd is, voorzien en prijkt met twee ongeveer twee ellen hooge beelden van de H. Maria en van den H. Matthias, en eenen eikenhouten preekstoel, vervaardigd door den bekenden Utrechtschen beeldhouwer E. F. George. Vooral is bezienswaardig de marmeren communiebank, wier weêrgade in Nederland niet wordt gezien." Zij is in renaissancestijl en was in de vorige eeuw een der sieraden van de St. Walburgiskerk te Antwerpen. Meer dan herinnerd behoeft wel niet, dat al wat alhier te Warmond in weinige jaren tot stand kwam, te danken is aan de zorg en het beleid der dienstdoende geestelijkheid, geholpen door de gemeentenaren en vele weldoeners. Hetzelfde geldt van de nieuwe romaansche kerk en de pastorij, tijdens de bediening van den tegenwoordigen herder gesticht. De kerk is getrouwelijk gebouwd naar de oude parochiekerk, gelijk deze was vóór 1573. De lengte der kerk, met inbegrip van het presbyterium, is 40 meters op eene breedte van 16 en eene hoogte van 12 meters.

JACOBUS GROEN, geboren te Wormerveer in 1758, priester gewijd in (?), alhier overleden den 17 Oct. 1825. GERARDUS HOES, geboren te Rotterdam, priester gewijd in 1815, alhier overleden 25 Mei 1844.

Het getal communicanten was onder zijn pastoorschap, tot en met 1848, tusschen 340 en 375; aldus volgens de aanteekeningen van pastoor Burgmeijer, zijnen opvolger. Onder pastoor Hoes werd op 27 Julij 1829 het kerkhof ingezegend.

JOANNES JACOBUS BURGMEIJER, te Amsterdam geboren 30 Oct. 1808. Na zijne studiën te Hageveld, Gemert en Warmond te hebben voltrokken, werd hij priester ge

Bijdragen Gesch. Bisd. v. Haarlem. Ie Deel.

26

wijd den 21 Sept. 1833 en vervolgens kapellaan te Leiden, Langeraar en Rijswijk, tot dat hij op 29 Junij 1844 herwaarts als pastoor gezonden is. Onder hem werd de eerste klok gewijd op 22 Dec. 1845, en eene nieuwe op 20 April 1846 door den Aartspriester van Holland. (Zie Godsdienster. D 57. pag. 200). Zijn overlijden had alhier plaats op 13 Dec. 1850. De verschillende godsdienstige geschriften die hij zamenstelde of vertaalde, en de veelvuldige bijdragen door hem geleverd b. v. in de Katholiek, in het Godsdienstig, geschied- en letterkundig Tijdschrift voor R. K. en in het R. K. Jaarboek, later Kerkelijk Nederland, hetgeen van 1847 tot 1851 met zijn naam versierd was, en de vele en belangrijke aanteekeningen over de kerkelijke geschiedenis van ons vaderland door hem nagelaten, zijn goede getuigen van zijne veelzijdige kennissen.

NICOLAUS ADAM FRINK, geb. te Haarlem 18 Maart 1815, priester gewijd 1839 den 27 Octob., alhier pastoor geworden den 23 Dec. 1850, nadat hij was werkzaam geweest als kapellaan te Amsterdam en sedert 4 Sept. 1844 als subregent in het Seminarie te Voorhout. Sedert 12 Sept. 1870 is deze pastoor tevens Deken van Noordwijk.

VOORHOUT.

Patroon St. Bartholomeus. Communicanten 354.

Nadat de Roomsch-Katholieken te Voorhout aanwezig, in voege als reeds boven is gezegd sedert de Reformatie in het geestelijke waren verzorgd, kwam in 1809 in dien toestand verandering, dank zij der billijke tusschenkomst van koning Lodewijk. De oude dorpskerk werd door een dikken, van binnen gevulden muur in twee deelen gescheiden; het eene gedeelte den Gereformeerden gelaten,

en het andere den Katholieken tot hunne eeredienst ingeruimd. Een eigen herder werd nog wel niet verkregen, maar voorloopig de kapellaan van Sassenheim belast, ter dienstverrigting op zon- en feestdagen herwaarts te komen en voorts meer bepaald die van Voorhout bij te staan. Op dezen voet bleven de zaken tot 1843, wanneer een deservitor gezonden is, die het volgend jaar tot eersten pastoor werd benoemd. Voorhout is de eenige plaats in ons land waar nog heden het simultaneum bestaat.

HENRICUS WOLKEMEIJER, geb. in 1802 te Amsterdam 8 April, priester gewijd in 1834, werd op 22 Maart 1844 tot eersten pastoor van Voorhout bevorderd; op 24 Sept. 1849 is hij verplaatst naar Buitenveldert en op 14 Aug. 1857 naar Haastrecht, alwaar hij is gestorven op 7 Mei

1866.

GERARDUS FRANCISCUS ALBERS, geboren te Amsterdam op 17 Nov. 1814, priester gewijd 27 Maart 1841, werd alhier pastoor in 1849, na als kapellaan werkzaam geweest te zijn te Leiden, Amsterdam St. Nicolaus en te Sassenheim.

A. v. L., S. J.

HEILIGE PLAATSEN

IN HET BISDOM VAN HAARLEM.

III.

ST. AELBERTS PUT TE EGMOND.

Er zijn drie Egmonden, Egmond-Binnen, Egmond op den Hoef, Egmond aan Zee. De ligging van dit laatste aan de Noordzee wordt door zijn naam aangeduid: een half uur oost- en dus land-inwaarts ligt Egmond op den Hoef, en van hier wederom een half uur naar het zuiden vindt men Egmond-Binnen. Ongeveer in het midden tusschen beide laatstgenoemde dorpen is het gehucht Rinnegum gelegen, waar de kerk van de katholieke parochie der Egmonden staat.

Egmond aan Zee is een zeer oud dorp. Naar men wil stichtte heer Wallingier van Egmond hier reeds in 1036 eene kapel ter eere van de H. Agnes, nadat hij eenige jaren te voren den grond tot dit dorp gelegd had door het bouwen van een tiental huisjes aan het Noordzeestrand '). Het is nooit anders geweest dan een visschersdorp en is dit nog heden. Als heilige plaats" verlangt het van ons geen buitengewone opmerkzaamheid. Alleen wil ik aanteekenen, dat men er een St. Alberts-straatje" vindt, of ten minste in 1792 nog vond 2).

Egmond op den Hoef is ouder en merkwaardiger. Het was het stamhuis der heeren van Egmond, later tot grafelijken rang verheven, dat aan Nederland een bloedig treurspel te aanschouwen gaf, toen Lamoraal van Egmond,

1) Kabinet van Nedl. en Kleefsche Oudh. I. bl. 324. 2) Aldaar, bl. 322.

[ocr errors]

de vierde graaf, in den aanvang der zestiende-eeuwsche troebelen te Brussel op het schavot den dood eens misdadigers stierf. Van het groote en weidsche kasteel dezer magtige edelen is niets meer over, dan een stuk ruïne. De kapel der heeren van Egmond stond even buiten hun slot; zij werd later door hunnen invloed tot eene kollegiale kerk verheven 1). Doch de soldaten van Sonoy dezelfden waarschijnlijk die de kapel van Runxputte verwoestten, gaven ook hier aan hunne wildheid den vrijen teugel, braken er de beelden en grafgesteenten en rigtten in de kerk eene barbaarsche vernieling aan 2). Die kerk is thans de protestantsche kerk van Egmond op den Hoef. In de zeventiende eeuw was het dorp eene der telkens veranderende woonplaatsen van den Franschen wijsgeer Descartes: men toont er het huis nog, waarin hij verbleven heeft 3).

Maar het oudste en merkwaardigste is ongetwijfeld Egmond-Binnen, eenmaal toen onze voorvaders in de duisternissen des heidendoms ronddoolden, de verblijfplaats van den H. Adelbert, waar hij begraven werd, waar zijn ligchaam roemrijk werd verheven, waar de vermaarde abdij verrees, het vroegste middenpunt van wetenschap en kerkelijk leven in het eigenlijke Holland.

Thans is al die grootheid vergaan en tot stof gekeerd. Doch twee plaatsen, ongeveer een tiental minuten van elkander verwijderd, blijven er over, die den eenzamen bezoeker herinneren aan de dagen van voorheen. Die twee plaatsen zijn het kerkhof" dat het terrein der voormalige abdij is, en St. Aelberts-Put. Beide plaatsen verdienen melding in deze Bijdragen: wij zullen ons heden met de laatste bezighouden, die naar de orde van tijd de

eerste is.

1) Aldaar, bl. 318.

2) Aldaar, bl. 319. 3) Tegenw. Staat der Vereen. Nedl. VIII. 357.

« ÖncekiDevam »