De dichtwerken van P.A. de Génestet

Ön Kapak
Gebroeders Kraay, 1877 - 453 sayfa
 

Diğer baskılar - Tümünü görüntüle

Sık kullanılan terimler ve kelime öbekleri

Popüler pasajlar

Sayfa 342 - LEEKEGEBEDJE. Verlos ons van den preektoon , Heer ! Geef ons natuur en waarheid weer! LXI. WETENSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING. Zij hebben saam gekonjugeerd , Gedeklineerd , Hun namen in de bank staan door elkander; Zij kwamen school steeds even laat , Zij deden samen kwaad En de een schreef p en sa voor den ander.
Sayfa 407 - Harold, avant d'etre roi, avait entretenue comme maitresse, et la prierent de se joindre ä eux. Elle s'appelait Edithe, et on la surnommait la Belle au cou de cygne. Elle consentit ä suivre les deux moines, et fut plus habile qu'eux a decouvrir le cadavre de celui qu'elle avait aime.
Sayfa 220 - En midden in den zegen, De trooste van zijn God, Stroomt hem de weemoed tegen, Van 't wisslend menschenlot .... Daar is een tijd van komen, Daar is een tijd van gaan .... Dat hebt gij meer vernomen , Maar hebt gij 't al verstaan?
Sayfa 306 - Ik weet de rozen , Zij vallen af! Het kruis nu , legt ge Pas neer — aan 't graf. Toch — welke uw gaarde En treure uw huis — Merk op de bloeme Die blijft aan 't kruis. En kweek nog dankbaar Den kleensten knop , En neem met liefde Uw last weer op. De bloeme lacht u, O lach haar toe! En vloek het kruise Nooit, levensmoe. Moog elke bloeme Der aard vergaan, De vrucht des levens , Die rijpt er aan.
Sayfa 144 - ... leelijke zotskap, wat ? Spreek of ik steek Dezen dolk, domme dwerg, Door je been en je merg ! ...» — «Och,» snikt hij, «Sint Jozef! hoe kon het gebeuren, Heeft Sire te-met niet mijn zak hooren scheuren?
Sayfa 311 - Niet in de scholen, neen, heb ik gevonden, En van geleerden, och, weinig geleerd; Wat ons de wijzen als waarheid verkonden, Straks komt een wijzer, die 't wegredeneert.
Sayfa 305 - DE BESTE VRIEND. Ik heb een vriend met ijz'ren hand En koel gebiedend oog; Met recht gevoel en kloek verstand, Doch vaak wel norsch en droog. Zijn woord voor mij, zijn wil is wet, Zijn wenken is gebod; Wee! zoo mijn ziele zich verzet — Hij rooft mij elk genot. Hij stoort mij soms in 't zaligst uur, Bij lust en feest en lied; Als in de weelde der natuur Mijn droomend hart geniet.
Sayfa 286 - t woord scheen van den Heere, Voor zijn kindsheid, bleek het niet Menschenwoord of menschenleere, Heilge vorm of beeld of lied? O het zij ! Der onschuld vrede Vluchte voor der kennis strijd! Voer de stroom des levens mede Wat vergaan moet met den tijd! Laat der kindsheid wondergaarde Welken als een lentehof; Smachte naar wat licht op aarde Soms de balling in haar stof! Toch, het woord gaat niet verloren, Voor het hart, des twijfels roof, Uit den kampstrijd als herboren, Rijst het kinderlijk geloof!...
Sayfa 330 - Ons Neêrland te overschijnen. XXXVIII. VAN HEUSDE'S SPREUKE. Veel wordt bewezen dat toch in den grond niet waar is, En veel is eeuwig waar, ofschoon 't bewijs niet daar is. xxxix. TWEE KORYPHAEËN. «Gek zijn wij een van beiden, wij,» Zei de eene Theoloog tot de
Sayfa 285 - t verleden , 't Is een klachte van het kruis.... En zijn ziel keert in gebeden, En de boetling reist naar huis! Anders ook leer 't kind gelooven, Anders zij de strijd des mans : Woont de Vader wel daarboven ? Viel ooit sterre van den trans ? Speelt niet wondere Legende Door dat onbedrieglijk woord , Die den grooten Onbekende Met Ii4ar nevelglans omgloort?

Kaynakça bilgileri