LETTRE MCCCLX. Le prince d'Orange au conseiller-pensionnaire de Hollande. Une proposition aux Etats-généraux. 's Hage, den 31 December 1788. WelEdelGestrenge Heer. Ik zende U.W.E.G. hiernevens een concept-propositie, te doen ter vergaderinge van H. H. Mog. Verzoeke hetzelve aan den Heere Griffier Fagel te willen communiceeren.... W. PRINS VAN ORANGE. Hoog Mogende Heeren. Oordeelende dat een van mijne eerste plichten is om alles te doen wat in mijn vermogen is om voor te komen al hetgeene wat voor het lieve Vaderlant nadeelig zoude kunnen zijn en bijzonder om te trachten uit te werken dat de zaeken niet in confusie geraeken, zoo kan ik niet afzijn Uw H. H. M. M. op het krachtigste onder het oog te brengen de schroomelijke gevolgen, die er uit zullen voortspruiten wanneer eensklaps een gedeelte der armee onbetaelt werde gelaeten en daardoor in het geval koomt van te verloopen; welke disordres zijn hier niet uit te verwachten, bijzonder in deeze ongemeene strenge koude, en welk disorder zal zulks niet aan de Republiq veroorzaeken! Wie zal meer troupes in subsidie in het vervolg aen dit Gemeenebest, ingeval van nood, willen geeven, wanneer men ziet dat onder anderen Zwitsersche troupes, die zeker onder de soliedste troupes van den Staet kunnen worden gerekent en zedert lange jaeren in dienst deezer lande zijn geweest, het eerste bataillon van Hesse-Darmstadt, hetwelk zich noch in den voorleede jaere met zooveel distinctie van zijn plicht gequeeten heeft, onbetaelt worden gelaeten en uit gebrek van betaelinge koomen te verloopen, en welk effect zal zulks buiten's lands moetan doen doen, bijzonder bij de Mogentheeden die met deezen staet zijn geallieerd? Het zij mij derhalven geoorlooft U. H. H. M. M. op het ernstigste te verzoeken om den Raet van Staeten te authoriseeren om provisioneel, ingevolge het daaromtrent uitgebrachte rapport, uit het comptoirgenerael de nodige penningen tot betaelinge der troupes voor te schieten, immers ten minste voor één à twee heere-maenden, ten einde daardoor de confusie voorgekoomen werde, welke uit het onbetaelt laeten der troupes te verwachten is en voor welke confusie en de daeruit voortspruitende schroomelijke gevolgen ik verklaere onverantwoordelijk te willen zijn, terwijl ik U. H. H. M. M. in tijts gewaerschouwt hebbe en dus niet kan instaen voor hetgeene zal kunnen voorvallen, zoo de nodige maatregulen niet genomen worden om voor de betaelinge der troupes te zorgen. W. PRINS VAN ORANGE. ADDENDA ET CORRIGENDA. Série V, vol III. p. 3, l. 8 et p. 6, signature: lisez: C. van der Oudermeulen.. p. 10, l. 22: niet goed [te] achte, lisez: niet [te] goed achte. p. 30, note, 1. 3: 587, lisez: 887. p. 35, note 2: Laisée, lisez: Laissé. p. 82, note 2: Laisée, lisez: Laissé. p. 89, note, l. 6: tacitement, lisez: par les trai. tés avec la France et l'électeur Palatin en 1800 (Voir: W. Moll, de Rechten van den heer van Bergen op Zoom, Gron. 1915). p. 150, note: saus, lisez: sans. p. 174, note, l. 2: grieffier, lisez: greffier. p. 175, note I, 1. I: le résolution. lis ez: la. p. 209, note, l. 2: Lodney, lisez: Rodney. p. 226, note 2: Le sieur Van der Hey est probablement le même, qui fut poursuivi par la justice en 1780 (Voir vol. II, p. 155). p. 247, 1. 6: secrétarie, lisez: secrétaire. p. 250, souscription: Van Hofstede, lisez: Hofstede. p. 253, superscription: jurisdiction, lisez: juridiction p. 297, note: 1075, lisez: 1076. p. 311, superscription: caussées par, lisez: causées par les. p. 344, note: numméro, lisez: numéro. p. 410, note I: Van den Spiegel, lisez: Van de Spiegel. p. 420, superscription: requis, lisez: requises. p. 420, note, l. 2: payés, lisez: payées. p. 474, superscription: dite, lisez: dit. p. 552, superscription: Van den Spiegel, lisez: Van de Spiegel. TABLE DES NOMS PROPRES. (Les noms de princes régnants, comme trop connus, A. Abbema (B. G.), chef de la maison Marselis à Amsterdam: Ablaing (D') van Giesenburg (Affaire de M.): I, 43. Adams (John), envoyé Américain: II, 468 etc. Aerssen (F. C. van) seigneur de Spijk c. a, membre de la noblesse de Hollande: II, 2. Alvensleben (Ph. C. comte d'), ambassadeur Prussien à Aranda (Le comte d'), envoyé à Paris: III, 92. Avrincourt (François d'), envoyé Français: I, 32 etc. B. Bedford (John Russell duc de), ministre Anglais: I, 185. Beels (M. A.), bourgmestre d'Amsterdam: III, 556. Bentinck (W. comte), seigneur de Rhoon c. a.: I passim. Bentinck (Ch. comte), seigneur de Nijenhuis, frère du Bentinck (G. G. baron), seigneur de Aller c. a, landdrost Bentinck (Zeno baron) tot Buckhorst, membre de la Bentinck (V. R. baron), seigneur de Schoonheten, membre de la noblesse d'Overijsel: I, 454. Berckel (Mr E. F. van), pensionnaire d'Amsterdam: passim Bichon (J.) van IJselmonde, bourgmestre de Rotterdam: Bisdom (D. R. Wijckerheld), fiscal de l'amirauté de la Bleiswijk (Mr P. van), conseiller-pensionnaire de Hol. Bleiswijk (Mr D. van), bourgmestre de Gorinchem: I, 154. Blijdenberg (W. van), bourgmestre de Purmerend: I, 93. Bosch (Mr G van den), député aux Etats-généraux: I, 213. Bourcourd (J.), membre d'une société patriotique à Brakel (Bataillon du général-major D. W. H. van): III, 504. Büttemeister (Von), envoyé extraordinaire du roi de Brunswic (Ch. G. F. duc de): II, 522 etc., III passim. Brunswic (Ferd. duc de): I, 229 etc. Bur (Du Jardin de), marchand à Paris: II, 282. Burzinsky (Le comte), envoyé de Pologne: I, 153. Bylandt (R. F. comte de) seigneur de Halt, lieutenant- Bylandt (Louis comte de), contre-amiral: II, 126 etc. C. Caillard (Ant.), secrétaire d'ambassade à La Haye: III, 584. |