Sayfadaki görseller
PDF
ePub

officien van 't Sticht, 't schoutampten van steden ende maerschalckampten ten platten lande ende diergelycke, als andere Edelluyden, volgende het oude hercommen.

ix.

Dat den schout der stadt Utrecht hem sal reguleeren nae d'instructie, daervan geconcipieert, ende dat in 't verkiesen van een ander, als het schoutampt vaceert, deselfde instructie sal worden gevolcht.

X.

Dat tot verminderinge vande ontfangers ende andere officianten vande gagie, tot redelycheyt sal worden geprocedeert.

XI.

Dat alle commissien ende ontfangen, die tot noch toe van drie jaren toe drie jaren vergeven zijn geweest, voortaen vergeven sullen worden sonder continuatie.

XII.

Dat niemand twee ampten ofte ontfangen gelyck cal bedienen.

Volgen hiernae de redenen, waerop yder vande x poincten
gefondeert wordt.

Voor soe veel 't I poinct aengaet, 't selve wordt gefundeert, dat die canonicken althans inde staten comparerende, maer syn prive personen, die niet aengeboren is sulcke comparitie als wel aengeboren is die ridderschap.

Dan hebben in voorgaende tyden het i lith vande staten becleet die 5 collegien, als wesende in 't Sticht van Utrecht die treffelyckste gegoet, die welcke uyt haer collegien plagen te committeren die in heurl. namen compareerden.

Ende alsoe nae de veranderinge vande religie tot het meerendeel vande treffelyckste canonicken gepresumeert worden te favoriseeren den canonick van Spaignien ;

Soo werdt inden jaere 1582 den 5. Aprilis, by uytsprake vanden lantraet goetgevonden, dat by de magistraet der stadt Utrecht, uyt het gehele corpus vande vyff collegien thien ofte twaelff gequalificeerde personen, wesende goede vertroude patriotten, oock vande religie, ofte oock aen deselve aenhangigh ende toegedaen, souden werden genomineert, waer uyt by de ridderschap ende steden ses off acht souden werden geëligeert, die het derde lith vande staten souden representeeren, vermogens extract uyt d'overcompste, geteeckent met B.; Sonder dat daerby eenichsints vermaent wordt, dat deselve perpetueel ofte ad vitam souden blyven ende nimmermeer en souden wesen revocabel;

[ocr errors]

'T welck oock geensints die meeninge geweest is van d'een off d'andere;

Aengesien de voorsz. nominatie ende electie succedeerde inde plaets vande nominatie ende electie, die de collegien te vorens selfs hadden gehadt.

Ende gelyck die capittelen haer gecommitteerde alle twee ofte drie jaeren, oock somtyts op elcke verschryvinge, veranderen, soo behoort 't selve van gelycken als nu te geschieden, in conformité van het 1 poinct differentiael;

Insonderheyt door dien men bevindt, dat de lanckduerige continuatie der voorsz. prive personen verscheyden inconvenienten causeert, ende dat die perpetuele permansie oorsaeke soude geven, dat oock diegene, die naemaels vande geëligeerden ongequalificeert, ende voor het landt ondienstich bevonden souden mogen worden, by continuatie souden blyven sitten, ende andere van beter qualificatie gefrustreert.

Dat daer beneffens die prive canonicken, die menige jaren syn gecontinueert, haer soo een maecken met het 1 lith, oock soo sy sustineeren irrevocabel, dat die magistraet vande steden wesende alle jaer veranderlyck, geen middelen althans en hebben, om vande stadt ende stadtsgerechticheyt yet te obtineeren, anders dan 't gene de voorsz. twee leden gelyckelyck belieft.

Ende soe verre de voorsz. geëligeerden ende ridderschappe daertoe mochten behouden die electie vande magistraet, nae haer geliefte, soo can een yeder wel bedencken, oft de stadt van Utrecht, wesende het principaelste vande drie leden, in alles niet en soude dependeeren aen de beliefte vande ridderschap, sonder yetwes van haer gerechticheyt te obtineeren buyten wille vande selfde, merckelyck alsoo door dien die twee leden vande staten hierdoor dese grotelijks houden geoffenseert, sulcx dat sy tot allen tyden sullen trachten dte stadt te meesteren, tot verminderinge van hare gerechticheyt ende privilegien.

"T welck onder wel verstandigen, die het welvaren vande stadt lieff hebben, groote murmuratie heeft gemaeckt ende vorder soude connen causeeren.

Het poinct wordt gefondeert op het eygen sustenue vande ridderschap, gedaen by seker bericht, binnen Utrecht aen Syne Excell. overgegeven, daerby sy allegeren quod par in parem non habeat imperium.

Ende dat daeromme in voorgaende tyden, oock volgende die satisfactie de a°. 1577, die vande ridderschap by augmentatie altyt verschreven syn geweest byde stadthouder, als blyct by het contract, geteeckent met C.

Behalven dat alle riddermatige personen, hebbende ridderhofsteden in 't Sticht van Utrecht ende die voor als nu gequalificeert gehouden worden in regard vande religie aengeboren is te compareren. Uytgesondert dat geen riddermatige personen en behoren te compareren, die inden eedt vande staten eenige publicque ampten bedienen, daer op in 't beschryven ende augmenteren vande ridderschap reguart behooren genomen te worden, volgens die resolutie vande heeren staten van Utrecht, eenige jaren geleden staetsgewyse genomen, als die gecommitteerden vande staten niet en sullen konnen ontkennen.

Het I poinct wordt niet alleen gefondeert op de oude gerechticheyt, die de stadt Utrecht van allen ouden tyden daertoe gehadt heeft, vermogens die extracten, ende anders hier by gaende onder die letter D.;

Mitsgaders op de verkortinge ende notoire defraudatie vande generale middelen, die men ten platten lande op 't eenendeel niet soo wel en can collecteeren, als binnen die besloten steden. Mitsgaders dat byde brouwers ten platten lande van haerl. bieren veel minder gegeven wordt, als binnen die besloten steden;

Gelyck van andere onderscheide coopmanschappen, die altans ten platten lande worden geexerceert, geen middelen altoos en worden betaelt;

Maer door de borgeryen vande steden des gestichts van Utrecht, ende sonderlinge vande stadt van Utrecht, die alle lasten ende sware huyshuren moeten betaelen, oock burgerschap ende het gilt winnen, hare neeringen benomen ende inde gront gebracht worden, ten aensien der voorsz. stadt ende steden, niet anders en syn als lantsteden, die in soodanige ende diergelyke neeringen principalycken bestaen.

Maer wordt 't voorsz. III poinct, nopende de voorsz. brouweryen, oock gefundeert op de publycque gedruckte resolutie, by die geunieerde provintien, binnen Delft genomen den 1. Marty 1584, als ingewillicht worden die twee stuyvers op yeder tonne biers, byde brouwers te betalen.

Waer by expresselyck belieft ende geconsenteert wordt, dat alle brouweryen ten platten lande, geen uytgescheyden, sullen cesseeren vermogens extract, geexhibeert E.

In conformité van welcke resolutie alle brouweryen, soo wel van prive personen als van brouwers ten platten lande syn geamoveert in Hollant ende Zeelant, by 't invoeren vande voorsz. twee st. op yder tonne biers.

Ende ter contrarie die ridderschap des gestichts van Utrecht met het re lith vande staten, alsdoen consisteerende in prive geeligeerden, hebben wel ingevoert die twee stuvers op yeder tonne biers, tot laste vande brouwers dan en hebben wederomme de stadt ende steden van Utrecht niet willen laten genieten, 't gene heml. uyt crachte vande voorsz. resolutie behoorde te volgen, te weeten afdoeninge vande brouweryen ten platten lande.

[ocr errors]

Ende al was 't, dat sulex byde brouwers met goet fondament gesustineert worden, by 't invoeren vande voorsz. twee stuyvers;

Ende dat sy, om 't selve te obtineeren, met het brouwen drie ofte vier dagen ophielden, refuseerende die twee stuyvers te betaelen, soo lange niet mede afgedaen en werden die brouweryen ten platten lande.

Soo is 't gebeurt, dat Jo'. Nicolaes van Zuylen, als officier der stadt Utrecht, ende principael hooft der ridderschap, den voorsz. brouwers tot het brouwen heeft gecompelleert, ende aen deselve heeft doen executeren over die 1800 Car. guldens, overmits die brouwers drie ofte vier daegen, uyt oorsake voorsz., gerefuseert hadden te brouwen, vermogens het extract, hier by verthoont onder die letter F.

Sulcx dat sy by compelle wederomme mosten brouwen ende evenwel betalen die twee stuyvers op yder tonne biers, sonder afdoeninge vande brouweryen ten platten lande.

Hebbende dickmael, soo aen de staten als aen de stadt van Utrecht, gedoleert, soo mondeling als met schriftelyke remonstrantien, deweleke ten laetsten met alle annexe verificatien byden eersten burgermeester verduystert syn geweest, blyvende de stadts gerechticheyt niet alleen in dat, maer in veel verscheyden andere saken, principalicken door toedoen vanden eersten burgermeester onder die voet, volgende die attestatien, onder die letter G. overgeleyt.

Ŏock niet tegenstaende die gemeyne brouwers van Utrecht voor ettelycke jaeren, verscheyden duysenden 's jaers voor de middelen ende imposten vande bieren meer presenteerden als die toen ter tyt, ende wel minder, noch jegenwoordigh worden verpacht.

Ende want men niet en behoort te sien opte pretense particuliere ingevoerde possessie ofte gerechticheyt van eenige prive personen, als byde voorn. resolutie vanden jare 1584 geaboleert, maer dat in desen tyden, als die lasten swaerder vallen, het gemeen beste behoort geprefereert te worden, om die gemeenten met geen nieuwe impositien te beswaeren;

Soe behoort in alle redelycheyt de magistraet geaccordeert te worden, 't gene by het derde poinct wordt gesustineert;

Merckelick doordien men bevindt, datten platten lande ende gestichte van Utrecht, niet alleen en syn ses ende veertich brouweryen van brouwers;

Maer ontallicke broutouen van prive huysluyden, behalven die broutouen op de ridderhofsteden, volgende die verificatien, geexhibeert onder die lettere H.

Daer ter contrarie als nu binnen die stadt niet meer en syn dan een en twintig brouweende daer te voren over die tsestich, als blyct byde voorsz. verificatien.

Ende dat geen borgers ofte ingesetenen binnen Utrecht eenige brouweryen in prive mogen hebben, op excessive grote poenen.

'T welck emmers geheel onredelick is, dat een borger binnen Utrecht, die meer privilegien ende vrydommen binnen een besloten stadt behoort te hebben, als een huysman, sulcx niet wordt toegelaten, ende dat ter contrarie 't selve door beneficie vande ridderschap tot verdruckinge ende in weerwille vande steden, wordt geaccordeert die huysluyden, oock tot notoire ende

openbare defraudatie vande generale middelen ende impositien, ende tot kleynachticheyt vande authoriteyt ende resolutien vande Ho. Mog. heeren staten generael.

Het Ive poinct, hoewel het om redenen, daerby verhaelt, gehouden wordt buyten controversie, soo wort evenwel het concept, nopende die creatie ende electie vande magistraet, in reguart vanden eersten borgermeester, ende die inden eedt ofte dienste vande staten syn gefondeert, dat niemant twee stoelen gelyck can becleden, ende dat alsulex tot geen borgermeester der stadt Utrecht en behoort vercoren te worden diegenen, die actuelick als riddermatich inde staten van Utrecht wordt beschreven.

Want gelyckerwys die vande ridderschap ofte die geeligeerden niet en souden willen gedoogen, dat hemluyden alle jaer, ofte alle twee ofte drie jaeren continuelyck een uit den magistraet worde geadjungeert, omme met heml. in alle vergaderinge te verschynen, hy ware dan soo vroom als men wilde, soo en behoort niemant van heml. te trachten, dat sy door haer gecommitteerdens mede becleden die magistraet der stadt Utrecht;

Gelyck die vande ridderschappe nu eenige jaeren herwaerts hebben gedaen, oock die eerste ende principaelste plaetse, makende die stadt Utrecht daer door meer servyl, als eenich vande cleyne steden, daer sy sulcx noyt en hebben gepractiseert;

Assumeerende daertoe een tweede borgermeester, die het den eersten riddermatigh borger meester goetdochte, ende daertoe noch onder die schepenen ende raden verscheyden ontfangers ende andere persoonen, die inden eedt syn vande staten, tot merckelycke schade ende prejudicie vande stadt, als men particulierlyck soude kunnen deduceeren, indien 't noot ware. Ende alsulcx behoorde een ygelyk te vreden te wesen met de vocatie, daerinne hy van Godt geroepen ende geboren is, sonder die te buyten te gaen.

Die vande ridderschap hebben hare huysinge, jurisdictien ende goederen ten platten lande, die sy, als 't metter daet blyct, meer syn geaffectioneert als die stadt, diewelcke sy maer voor een corten tyt als borgermeester dienen;

Ende want die borgermeesters haeren naem voeren, doordien sy meesters vande borgers, die alsulcx continuelyck hare habitatien binnen Utrecht moeten houden;

Oock ten aensien dat niemandt inde magistraet der stadt Utrecht en mach worden gestelt, ten sy by continuelyck tien jaren binnen Utrecht gewoont heeft;

Ende dat de riddermatighe persoonen, hare huysinge ende wooningen, oock meest hare habitatien hebben buyten die stadt;

Alwaer sy, oock borgermeesters synde, haer dickwyls ende lang onthouden;

Soo behooren haer E. ten minsten te desisteren, om den stoel vanden eersten borgermeester te becleden.

Want het fundament ende geheele welstant vande magistraet der stadt, staet op de borgermeesters, sonder dewelcke des raets goede intentie is van onweerde.

Hetwelcke noch onlancx, voor Remigii lestleden, a°. 1609, wel is geblecken, als geprocedeert werdt tot nominatie, om te verkiesen een nieuwe magistraet.

Ten welcken tyde eenige vrome borgers, sonder reproche, inde magistraet geseten, hem met redenen openbaerden, seggende, dat in 't nomineeren een yeder syn eedt behoorde te betrachten, om voor te stellen bequame ende gequalificeerde persoonen, nae de privilegien vande stadt, daer mede die stadt gedient soude mogen syn, ende geen persoonen, die inden eedt waren vande staten, ofte die hem inden staet van riddermatich hielden, volgens den expressen teneur vande statuyten ende privilegien der stadt Utrecht, die by henluyden worden besworen art. 24 Rub. pr., alhier verthoont onder de letter C.

Ende al was 't, dat den eersten borgermeester 't selve hadde behooren toe te staen, ende daertoe mede te trachten, soo heeft hy nochtans ter contrarie gerefuseert daerop stemmen

om te doen vragen, waerop seer inden raide worde geinsisteert, ende voorts aen de twee leden vande staten ofte eenige vandien gereleveert (!) dengenen, die sulcx moveerden, soo dat niet alleen daerinne met gevoechelyke middelen niet en worde versien;

Maer worden dieselve persoonen, hoewel bequaem, ende sonder reproche uytte magistraet gelaten, ende andere ongequalificeerde in haer plaets gestelt.

Gelyck oock sedert alle die jaeren herwaerts, dat die eerste borgermeester geweest is uyt de ridderschap, verscheyde andere gequalificeerde ende welgestelde borgers, die voor de gerechticheyt vande stadt ende niet na goet genoegen vande ridderschap opineerden, uyt die magistraet vergeten syn geweest; 't welck van hant tot hant een grote jalousie heeft gegenereert. Ŏock mede die verdeylinge van ampten, ontfangen ende officien, daer inne dengenen, die het wel meriteerden, gepost poneert is ende andere oock jonge layden daer aen dependeerende geadmitteert syn geweest; daerinne andere ordre behoorde geobserveert te worden. Ende daer beneffens heeft de voorsz. eerste borgermeester tot allen tyde geadvanceert ende staende gehouden, 't gene tot voordeel van 't platte landt diende, niettegenstaende sulcx streckte tot groot nadeel vande stadt ende infractie vande stads gerechticheyt.

Tot confirmatie van alle 't welcke mede te considereren staet, dat de lest afgegane magistraet met gemeene stemmen verclaert ende bekent hebben, dat geen uytte ridderschap tot eerste borgermeester, ende geen dienaers ofte officiers wesende inden eedt vande staten, nae die privilegien der stadt Utrecht inde magistraet en behoorde te sitten, volgens 't extract hierby gaende,

onder de letter I.

Daeromme soo lange de twee leden behouden de electie vande magistraet, soo moet de stadt van Utrecht in alles dependeren aen de beliefte van deselve, oock ist tegen de reden naer haer eygen sustenue: quod par in parem non habeat imperium.

Het v poinct, hoewel buyten dispuyt, wordt gefondeert, dat de stadt Utrecht, als 't principaelste contribueerende lith, altyts gelevert heeft moeten worden het dubbelt van alle reekeningen, die byde staten ofte haere gecommitteerde worden gesloten.

Dan is het selfde tsedert den jare 1593 gelaten, oock sonder dat aen de magistraet van 't hooren ende sluyten derselver reckeningen rapport gedaen is geweest;

Gelyck nochtans in voorgaende jaeren daervan altyts rapport plach gedaen te worden. Ende daeromme en kan die jegenwoordige magistraet die visitatie ende het reveue der reeckeninghen, met de behoeften, daertoe dienende, niet geweygert worden;

Soo men volgens het verdrach, den vi. Aprilis lestleden in Jutphaes gemaeckt, gehouden is, die jegenwoordige magistraet der stadt Utrecht voor wettige magistraet te erkennen ende te respecteeren.

Het vr poinct fundeert sich selven, insiende die instructie, by mr. Floris Thin gemaeckt, ende alhier geexhibeert onder die lettere K.

Het VII poinct, terwyle hetselfde in reden bestaet ende naer rechten gefundeert is, ende dat canonicken haer behooren te genoegen met haer provens ende andere gequalificeerde borgers, die geen geestelycke goederen en hebben in bedieningen van ampten, soo en behoort 't selve niet afgeslagen te worden.

Het VIII poinct bestaet mede in redenen, ende sal ter contrarie niet vertoont worden, dat d'ampten, daer inne gementioneert, notelyck by Edellnyden bedient moeten worden, maer wel ter contrarie, dat oock deselve van alle oude tyden bedient syn geweest by borgers, ende noch eensdeels bedient worden, vermogens die verificatien, vertoont onder letter L. Het Ix poinct, op de privilegien ende oude hercommen vande stadt, overgelevert onder die lettere M, ende dat tot onderhoudinge van goede policie soodaene ordre nootsaeckelyck dient gestelt, volgens de instructie onder de letter N.

« ÖncekiDevam »