Christoterpe: stichtelijk huisboek voor alle standen, 2. cilt

Ön Kapak
H.A.M. Roelants, 1852
 

Seçilmiş sayfalar

Sık kullanılan terimler ve kelime öbekleri

Popüler pasajlar

Sayfa 96 - De Geest des Heeren is op mij, daarom heeft hij mij gezalfd ; hij heeft mij gezonden, om armen het evangelie te verkondigen...
Sayfa 67 - IN den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Sayfa 165 - ... opdat zij allen één zijn , gelijkerwijs Gij Vader in mij, en ik in U, dat ook zij in ons één zijn; opdat de wereld geloove dat Gij mij gezonden hebt.
Sayfa 155 - ... van mijne schapen, gelijk ik u gezegd heb. 27 Mijne schapen hooren mijne stem, en ik ken dezelve, en zij volgen mij. 28 En ik geef hun het eeuwige leven ; en zij zullen niet verloren gaan m eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit mijne hand rukken. 29 Mijn Vader, die ze mij gege-ven heeft, is meerder dan allen ; en niemand kan ze rukken uit de hand mijns Vaders.
Sayfa 83 - Met de tranen op de wangen, In het knellendst boezemprangen, Bij het kruis dat JEZUS droeg, Stond de moeder neergebogen, Met in rouw verstarrende oogen, Die zij nokkend op hem sloeg.
Sayfa 5 - Want de stad doorgaande, en uwe heiligdommen aanschouwende, heb ik ook een' altaar gevonden, op welken het opschrift stond : DEN ONBEKENDEN GOD.
Sayfa 3 - ... verordend heeft, verzekermg daarvan doende aan allen, dewijl hij hem uit de dooden opgewekt heeft. 32 Als zij nu van de opstanding der dooden hoorden, spotteden sommigen daarmede ; en anderen zeiden : Wij zullen u wederom hiervan hooren. 33 En alzoo is Paulus uit het •midden van hen weggegaan. 34 Doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden ; onder welke was ook Dionysius, de Areopagiet, en eene vrouw, met name Damaris, en anderen met hen. HOOFDSTUK XVIII. EN na dezen scheidde Paulus van...
Sayfa 41 - Certe fulgor ipse et maiestas divinitatis occultae, quae etiam in humana facie relucebat, ex primo ad se videntes trahere poterat aspectu.
Sayfa 68 - Heer op ieder , die Hem vreest : Hij weet, wat van zijn maaksel zij te wachten, Hoe zwak van moed , hoe klein wij zijn van krachten , En dat wij stof van jongs af zijn geweest.
Sayfa 6 - ... gezegd hebben : Want wij zijn ook zijn geslacht. 29 Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet meenen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke door menschenkunst en bedenking gesneden zijn. 30 God dan, de tijden der onwetendheid overgezien hebbende, verkondigt nu allen menschen alom, dat zij zich bekeeren.

Kaynakça bilgileri