Sayfadaki görseller
PDF
ePub

VOORREDE.

Eene reden van ware vreugde is het voor mijnen ambtgenoot CRAMER en mij, dat deze uitgave door den blijvenden financiëelen steun van Heeren Directeuren van Teyler's stichting te Haarlem, het Haagsch Genootschap ter verdediging van den Christelijken godsdienst, het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen en eenige particulieren geregeld kan worden voortgezet.

De terugblik op de voorbereiding van dit Derde Deel leidt mijne gedachten heen naar de gelukkige dagen, die ik in de bekoorlijk gelegen oude universiteitsstad Leuven mocht doorbrengen. Welk een voorrecht was het mij te verkeeren op den historischen grond, waarop de mannen geleefd en gewerkt hebben met wier geschriften ik mij zoolang heb beziggehouden. Talrijke sprekende herinneringen omringen daar den beoefenaar der geschiedenis, eeuwenoude overblijfselen van het verleden, door den tand des tijds weinig beschadigd, zoodat er, met het nog bestaande universiteits-gebouw, de colleges en de kerken, geen groote verbeeldingskracht vereischt wordt om alles terug te zien gelijk het was, toen de jongelingschap zoowel uit de Noordelijke als uit de Zuidelijke Nederlanden daar studeerde en de godsdienstige strijd der XVIe eeuw ontbrandde. Met innige vreugde gedenk ik tevens den aangenamen omgang met de hoogleeraren der hedendaagsche Katholieke universiteit, de professoren CAUCHIE, VAN HOONACKER, LADEUZE, MAERE, VAN HOVE, MÖLLER, LECOUTERE, en anderen. In zijne hoedanigheid van bibliothecaris der universiteits-bibliotheek betoonde mij Prof. MAERE groote hulpvaardigheid. Dat ik te Leuven 200 rustig heb mogen arbeiden en allerwege zoo vriendelijk werd ontvangen, was vooral Uw werk, hooggeachte collega CAUCHIE! De woorden van hartelijke waardeering en Christelijken broederzin, die gij mij, den Leidschen ambtgenoot, hebt toegesproken ten aanhoore van tweehonderd studenten en professoren, zijn mij onvergetelijk.

Vruchtbaar was mijn bezoek aan Gent, de gesprekken met mijnen ouderen ambtgenoot en vriend Prof. Dr. PAUL FREDERICQ, den uitgever van

"

het Corpus documentorum inquisitionis neerlandicae" en met den bibliothecaris der universiteits-bibliotheek, Dr. F. VAN DER HAEGHEN, den uitgever der Bibliotheca belgica". De laatste stond mij toe gebruik te maken van zijne persoonlijke aanteekeningen, de onschatbare fiches-verzameling, waarop de Bibliotheca belgica" berust. In de boekerij aldaar trof ik belangrijke boekjes aan, die ik overal elders te vergeefs had gezocht.

Wegens het in gebruik ontvangen van zeldzame bibliographische schatten ben ik grooten dank verschuldigd aan de heeren Dr. C. P. BURGER, bibliothecaris der universiteits-bibliotheek te Amsterdam, Dr. W. G. C. BYVANCK, bibliothecaris der Koninklijke bibliotheek te 's-Gravenhage, Dr. ADOLF KEYSSER, Direktor der Stadtbibliothek te Keulen, Prof. OSKAR LEOP. VON GEBHARDT, Direktor der Universitäts-bibliothek te Leipzig, Dr. ED. TÖNNIES, Direktor van het Buchgewerbe-Museum aldaar, E. PROCÈS, Rector van het Collegium Maximum der E. P. Jezuïeten te Leuven, Dr. M. D'HUART, bibliothecaris der Bibliothèque de Luxembourg te Luxemburg, Geh.-Rat Dr. GEORG VON LAUBMANN, Direktor der Königl. Hof- und Staatsbibliothek te München, en J. F. VAN SOMEREN, bibliothecaris der universiteits-bibliotheek te Utrecht. Door tusschenkomst van coll. CRAMER werd menig werk uit de bibliotheek der Vereenigde Doopsgezinde gemeente te Amsterdam ter mijner beschikking gesteld. Ik betuig mijne erkentelijkheid aan den bibliothecaris der universiteits-bibliotheek alhier, den heer Dr. S. G. DE VRIES, en de heeren conservatoren L. D. PETIT en Dr. P. C. MOLHUYSEN, op wier hulpvaardigheid ik nooit te vergeefs een beroep heb gedaan. Gaarne maak ik hierbij gewag van de diensten, mij door het verdere personeel dezer bibliotheek bewezen, met name door de heeren J. P. DE SAUVAGE en H. CORNET.

De inhoud van dit Deel wordt op den titel samengevat onder het opschrift: De oudste Roomsche bestrijders van Luther". Dit is genomen „a parte potiori". Het eerst herdrukte geschrift is eigenlijk gericht tegen Erasmus. En ook in de volgende gelden de aanvallen niet immer Luther. Doch al het herdrukte staat in nauw verband met de Hervormingsbeweging. Daar allen Luther steeds als het middelpunt dezer beweging hebben erkend, zal men, hoop ik, met den ter wille der kortheid gekozen titel vrede hebben. De keuze der herdrukte boeken werd bepaald door de zeldzaamheid der overgebleven exemplaren en de belangrijkheid van den inhoud voor de geschiedenis.

Deel III is bewerkt naar dezelfde methode als Deel I en II. De herdrukken zijn geheel volledig, zonder eenige weglating of toevoeging. De aanteekeningen op den rand behooren aan de origineele uitgaven; die aan den voet der bladzijden zijn van mijne hand. Afgezien van de oplossing der verkortingen is in den druk het oorspronkelijke immer zoo dicht

mogelijk gevolgd. De titels werden in facsimile naar de drukkerij gezonden en, ook in de afmetingen, nagebootst, behalve dat de houtsneden, waarin sommige gevat zijn, achterwege moesten blijven. Iedere bladzijde is naar het oorspronkelijke gecorrigeerd. Noch in de orthographie noch in de leesteekens is iets veranderd. Ofschoon ik verwacht, dat de lezer soms geneigd zal zijn een vraagteeken te plaatsen, heb ik nadere aanwijzingen, dat de tekst letterlijk wordt wedergegeven, vermeden. Slechts heb ik van de ergste zinstorende fouten in aanteekeningen de verbetering aan de hand gedaan. Waar in den origineelen druk bij het afbreken van een woord aan het einde van den regel het koppelteeken wordt gemist, werd (in afwijking van Deel I) hiermede alleen dan rekening gehouden als dezelfde afbreking ook in den herdruk weder aan het einde van den regel voorkwam. Men gelieve verder geen oogenblik te vergeten, dat de correctheid van het tamelijk gebrekkige Latijn der schoolsche theologen van omstreeks het j. 1520 niet moet worden afgemeten naar de regelen der taal van Cicero. In het algemeen heb ik er op gerekend, dat de lezer veel zal begrijpen dat hem niet opzettelijk wordt uitgelegd.

In de Inleidingen, die aan de verschillende stukken voorafgaan, heb ik nooit getracht het onderwerp uit te putten. Nog vele merkwaardige historische gegevens bevatten deze aan diepe vergetelheid ontrukte werken, waarop ik niet uitdrukkelijk heb gewezen. Alleen heb ik belangstelling voor den inhoud daarvan pogen te wekken.

Vele wenken en opmerkingen van Prof. CRAMER kwamen mij ten goede. Het Alphabetisch Register is weder vervaardigd door den heer D. W. MULDER, Ned. Herv. predikant te Zwartewaal; de Lijst der aangehaalde bijbelplaatsen door den heer K. DEN HOLLANDER, Ned. Herv. predikant te Nijehaske. Bij de correctie zijn mij bij vernieuwing diensten bewezen door mijne drie oudste zoons.

De waardeerende beoordeelingen van Deel I en II strekken tot aanmoediging om met deze uitgave voort te gaan. Moge dit Derde Deel even welwillend worden ontvangen als de beide vorige en zij het bevorderlijk aan de vermeerdering der kennis van een allergewichtigst tijdperk der geschiedenis van Nederland, waarin zijne toekomst voor eeuwen werd beslist. Men leere er uit, hoe de Roomschgezinden onder onze voorouders dachten over Luther in de eerste jaren van zijn optreden, wat er in hen omging toen zij door de opkomende Hervorming den luister der bestaande kerk verbleekt, hare grondslagen aangetast zagen, en met welke wapenen zij meenden te moeten bestrijden wat in hun oog het ergste kwaad voor de Christenheid was.

LEIDEN, 7 Juli 1905.

ALGEMEENE OPMERKINGEN.

Op den schrijver dezer regelen rust eene taak, die slechts met de uiterste kieschheid wèl kan worden volbracht: nl. de geschriften, welke in dit derde Deel van de „Bibliotheca Reformatoria" zullen verschijnen, te voorzien van inleidingen en aanteekeningen. Er bestaat toch gevaar, dat hetgeen gezegd zal worden aan sommigen zou kunnen mishagen. Misschien is deze of gene Protestant met het oog op den titel geneigd te vragen: waartoe in deze verzameling geschriften van Roomsche zijde, waarin de Hervorming slechts bestreden wordt? Maar men bedenke, dat eene zóó buitengewone gebeurtenis als de Hervorming, welke tot zooveel strijd aanleiding heeft gegeven, niet van éénen kant bezien behoort te worden.

Ook de Roomsch-Katholiek zou minder tevreden kunnen wezen met de vernieuwde openbaarmaking dezer geschriften. Immers ze gingen alle vooraf aan het concilie van Trente, dat de dogmatische eenheid heeft moeten herstellen op een aantal punten, waaromtrent lang verwarring en onderlinge tegenspraak hadden geheerscht. Van zoodanige verwarring en onderlinge tegenspraak bieden de oudere Roomsche geschriften, waarin de Reformatie bestreden werd, treffende voorbeelden. Het optreden van Luther viel in de toenmalige wereld als de kanonschoten van een aanrukkend leger in eene bedreigde stad. Vooral na het dreunen van het eerste schot geeft

« ÖncekiDevam »