1400. des donredaghes na S. Andries dach. Het eigendom van acht hont lands, gelegen in die Linschoten, en gekocht van Peter Wouters zoen, aan 't capittel opgedragen voor schout en landgenoten van Snodelrewaerde en Linscoten, pg. 391. (51). Pg.391.

Eodem. Belofte van Pieter Wouters zoen en die anderen, om den voorgemelden koop van die acht hont lands het capittel jaar en dag te zullen waren, en allen voor kommer af te doen, en alle schaden te zullen oprigten en vergoeden, pg. 391. (518).

Eodem. Die voorgemelde acht hont lands in huurwere uitgegeven aan Pieter Wouters zoen, om twee oude Vrankryksche vrancken ende om twee derdendeelen van eenen ouden vrancken 'sjaers, also lange als hy leeft, pg. 392. (519). 1400. op S. Thomaes dach. Wisseling van eenige landerijen, gelegen bij Elburg, en behorende in 't ceurmedische goed ter Bleke, tusschen het capittel en Pelgrim van Putten, Pg.392. (520).

51401. des dinxd. na S. Willebroerts dach. De amptman Willem Dolre bekent, tot behoef des capittels ontvangen te hebben de erfenisse, als aanbestorven was van Wouter Munters wijf, welke eene vulsculdige eyghen wiue was van 't capittel, pg. 393. (521).

*1375. Mey 14. Bisschop Arnolds brief, waarbij hij de capittelen belooft, om hunne goederen te beschermen tegen wereldlijke heeren, pg.393 sq. (522).

* 1379. in crast. undec. millium Virginum. Bisschop Florens confirmeert den voorgaanden brief, pg.395. (523).

*1394. Febr. 17. Confirmatie van bisschop Frederik van Blankenheim van dien zelfden brief, pg.395. (524).

1391. op S.Johans dach apost. Een geregtelijk vierendeel van achttien morgen drie hont en vijftig roeden lands, gelegen tot Overmeer, voor schout en schepenen van Cortenhoeve, opgedragen aan 't capittel door Dirc Corlync, pg.395. (525).

1398. August. 17. Scheiding en afdeeling van twee kampen lands, gelegen tusschen den huyze Nederhorst ende Overmeer. gehéten:

't Hogheland, en: de Lagheweide, tusschen 't capittel en Albert Croken, pg.396. (526). 1391. Maart 30. Voor schout en schepenen van Cortenhoeve, door Wouter van Mathenes, knape, overgedragen aan Alfer vander Horst een vry eygendom van zeventien morgen lands mit hun toebehoren tot Overmeer, en de helfte van dien, door gemelden Alfer en zijne twee zoons weder opgedragen aan Johan den Hanen, der heren cnape van sinte Marien, tot behoef der kerke van S. Marie, pg.396. (527).

1403. op S. Marlyns avond inden winter. Scheiding en afdeeling van twee kampen lands tot Overmeer, gehéten: de Molencamp, en: de Langecamp, tusschen het capittel en Aelbrecht Croec, voor schout en schepenen van Cortenhoeve gepasseerd, pg. 397 sq. (528).

Eodem. Register van » die tynse hoeven in Tankenveen, op Corthehoeve ende in Horstwerde, die toebehoren die Heren van Sinte Marien"; alsmede, hoe veel tinse daarvan betaald word; en welke smalle tienden; gelijk ook, hoe ver de limiten der goederen in Cortenhoeven zich uitstrekken, pg.399 sqq. (529).

1402. op S. Valentyns dach. Opdragt voor schout en schepenen op Cortehoeven, van een vierdepart in drie morgen land, gelegen by den Berge van Horste, door Aelbrecht Croke, pg. 403. (530). pg.403.

1403. op S. Victoers dach. Voor schout, lantgenoten en bueren van Zulen, door Henrik Zoudenbalch, canonik, en zijn' broeder Gheryt Zoudenbalch, opgedragen aan 't capittel vier morgen lands op Zwezereng, in den voorschreven gerechte, pg. 403. (531).

1403. des vryd. na S. Martyns dach in den winter. Twee morgen lands op Zwezereng onder Zulen door Beatris, Aernts weduwe van Lochorst, opgedragen aan 't capittel voor schout en lantgenoten van Zuilen, pg. 404. (532).

1400. op S. Thomas dach. Wissel en ruiling van eenig land, gehorende in het ceurmedische goed ter Bleke bij Elborch, tusschen Pelgrim van Putten, en Beernt Heymans zoen

ter Bleke, met toestemming van het capittel, Pg.405. (533).

1401. des dinxd. na S.Willebroerts dach. De amptman van 't capittel, Willem van Dolre, bekent, voldaan te zijn wegens het versterf, of de erfenisse, welke was een » vulsculdig eyghen wyf" des capittels. (Dezelfde brief staat ook geregistreerd hierboren op pg.393.) Pg. 405. (534).

1400. op S. Marcus dach des heyligen ewangeliste. De tienden tot Vanderic, Hésel, de prenttiende, de tiende tot Malsen, te Deyle en Gellinchem, aan Roelof van Ysendoorn, proost van S. Pieter te Utrecht, verhuurd voor deszelfs leven, 's jaars om drie hondert oude schilden, vrij geld, pg. 406. (535).

1375. des donred. na S. Servaes dach. De landbrief van bisschop Aernt van Hoorn, Pg.407. (536).

1379. des anderen daghes na elf duizend maagden dach. Confirmatie des vorenstaanden landbriefs door bisschop Florens, pg. 408. (537).

1393. Nov. 14. Confirmatie door bisschop Frederik van Blankenheim, pg. 408. (538)

1331. op S. Martyns dach inden winter. Voor cameraar, schout en schepenen in der heren geregte van S. Marien, een jaarlijklijksche rente van vijf pont, door Delyane, Everards wijf van Beyarden, en hare kinderen, ten behoeve van Lysbet van der Putten, opgedragen uit een hofstede, gelegen aan den nieuwen steenwech, en gehéten: den karrehuse, welke van het capittel in erfpacht gehouden wordt, pg. 409. (539).

1335. des maend. voor S. Margrieten dach. Door dezelfden uit dezelfde voorgemelde hofstede nog verzet en opgedragen 6 pont jaerlikse renten, ten behoeve van Rycquin Bakker, pg. 409. (540).

7

. 1336. des maend. voor Palmdach. De voorgemelde 6 pont renten door Rycquin Bak ker weder geregtelijk getransporteerd en gecedeerd aan Vrancken van Muden, pg. 410. (547). 1308. (1338?) (boven geschreven met eene andere hand 1408.) des woensd. na S.Martyns

schuddecorfs dach. Dezelfde 6 pont renten door Vranke van Muden getransporteerd aan Niclaes vanden Putte, pg. 410. (541).

1372. op S. Gheertruden avond. Elf pont rente uit den goede: ten karrehuse, voor schepenen van Utrecht door Claes vanden Putte gecedeerd aan zijn' vader Beernt vten Enghe, pg. 411. (542).

1372. d. saturd, na S.Peters ende Pouwels dach. De vorenstaande schepensbrief door Beernt vten Enghe weder afgestaan tot behoef van meyster Peters van Lewenberch, deken tot S. Marien, mits, dat gheen huzinge noch hofstede in gheesteliker hant comen en zullen, pg. 412. (543).

1393. des maend. na Hemelvaerts dach. Door den deken Peter van Lewenberch de vorenstaande brief weder gecedeerd ten behoeve van 't capittel, pg. 412. (544).

1407. des anderen daghes na S. Peters dach ad vincula. Willem van Alendorp bekent, in erfpacht ontvangen te hebben, om 45 schellingen 'sjaars, de hofsteden op de Marieplaats aan de zuutside, naast de huizinge, van ouds gehéten, der lombaerde huys, pg. 413. (545).

1407. des donred. na S.Valentyns dach. Voor schout en buerluden in Snuelreweert, in den lande van Woerden, bekent, Jan van Heeswijc, in erfpacht ontvangen te hebben een viertel lands aldaar, jaarlyks om drie pont des goeden ouden ghelts, pg. 413. (546).

1406. des donred. na S. Margareten dach. De tienden van Opburen, Eyteren en van Maerne, in den lande van Yselsteyn, verpacht voor een jaar aan den heer van Yselsteyn, om 199 oude schilden, vrij gelds, pg. 414. (548).

1407. des vryd. na S. Martyns dach translatio. De heer van Yselsteyn bekent, schuldig te zijn, 185 oude schilden voor het jaar hure van de tienden van Opbueren, Eyteren en Maerne, pg. 415. (549).

1408. Junii 23. Aan Korstant Aelbrechts zoen in erfpacht gegeven negen morgen lands in Lopic, elk jaar om 2 gouden nobelen, vrij gelds, pg. 416. (550). 1408. July 11. De voorgemelde erfpacht

De

door Korsten Aelbrechts zoon weder overgedragen aan Ghysebrecht Hugemans zoen, poerter te Schoenhoven, pg.417. (551). 1408. sabbato post b. Margaretae. erfpachtbrief zelve van die negen morgen lands, zoo als door het capittel aan Ghyse brecht Hugemans zoen, poerter te Schoenhoven, daarvan is afgegeven, pg. 418. (552).

1408. des maend. na onser Vrouwen dach nativitatis. Door Jan van Vyanen en Beverweerd aan het capittel overgedragen het vrij eigendom van vier morgen lands in eene hoeve in de parochie van Schalkwijk, pg. 419. (553).

Eodem. De geregtelijke opdragtbrief zelve van die bovengemelde vier morgen lands, voor schont, landgenoten en bueren van Schalkwijk gepasseerd, pg. 420. (554).

1408. des donred. na S. Peters dach ad cathedram. Door Gheryt van Vuylcoop, en eenige anderen, geregtelijk aan 't kapittel opgedragen het vrije eigendom van een viertel lants in Schalkwijk, pg. 421. (555).

1408. des sondaghes na S. Mathys dach. De koopbrief zelf van die boven gemelde viertel, door Gheryt van Vuylcoep, pg. 421. (566).

1408. Mey 20. Een viertel lands in de parochie van Benscoep, in erfpacht voor vijftig jaren lang, uitgegeven door Daem Dircs zoen, elks jaars om drie oude franken, vrij gelds, pg. 422. (557).

1403. op S. Victoers dach. Door Henrik Zoudenbalch en zijn' broeder, voor schout en buren van Zuylen geregtelijk aan het capittel opgedragen vier morgen lands op Zwezereng, in den voorschreven gerechte, pg.423. (558)

1403. des vryd. na S. Martyns dach in den winter. Door Beatris, weduwe van Aernt van Lochorst, voor schout en buren van Zuylen geregtelijk opgedragen het eigendom van twee morgen lands op Zwezereng, pg. 423.

(559).

1399. des dinxd. na S. Peters en Pouwels dach. De helfte van tien morgens land in Galencoep, door Henrik Zoudenbalch en zijn' broeder voor schout en lantgenoten van Ga

lencoep geregtelijk opgedragen aan 't capittel, Pg. 424. (560).

1399. des woensd. na S. Peters en S. Pouwels dach. De koopbrief van 't vorenstaande land, door Hendrik Zoudenbalch en zijn' brceder daarvan gepasseerd, pg. 425. (561).

1409. des saterdagh. na S. Pouwels dach convers. Roelof Taem, canunnik ende scholaster der kerke van S. Marien, geeft en draagt op voor schout en landgenoten van Galencoep achte halve hont lands, die hy kogte tegens Philips van Wadenoye ende Aleyden syn' wyve, pg. 426. (562).

1410. des saterd. na S. Mauricius dach. Door Ghysbrecht v.Goberdinghen en zijne zuster voor schout en landgenoten van Galencoep, opgedragen het eigendom van achte half hont lands, in voorschreven gerechte gelegen, pg. 427. (563).

1415. des donred. na S. Pontiaens dach. Voor Henrik van Leiden, rechter, Gheryt van Waemel ende Vrederic Hubrechts zoen, scepenen tot Wyc, door Herman Passert en Dirc van Hontswyc opgedragen ten behoeve van 't capittel, drie morgen lants binnen den kerspel van Wijk, en een kampjen lands, ook aldaer gelegen in 't middelbrock, pg.428. (564).

1415. d. saterd. na S. Pontiaens dach. De koopbrief zelve van dit voren staande land, waarbij de verkopers zich verbinden, hetzelve, land jaar en dag te zullen waeren, en alle voor kommer af te doen, pg. 428. (565).

1409. fer. II. post dominicam laetare. Herman van Oudewater bekent, van 't capittel in erfthins ontfanghen te hebben drie hofsteden, gelegen aan die borchwal der stad Utrecht onder die lyndreyers, elk jaars om 8 lood zilver, pg. 429. (566).

Eodem. Dezelfde bekent, nog een halve hofsteden in erfthins ontvangen te hebben, insgelijks daar naast gelegen, om een lood zilver 's jaars, pg. 430. (567). pg.430.

1409. sabbato post Gregorii papae. Anderhalve hofstede onder de Lyndreyers, aan Dire die Boel in erfpacht gegeven om 16 scillingen, 10 penning hellinc des goeden ouden gelts, jaarlijks, pag. 431, (568).

1408. op S. Thomaes avont. De erfpacht De erfpacht van twee hofsteden, gelegen onder die lyndrayers, door Johan van Entvelt weder afgestaan aan 't capittel, pg. 432. (569). -1409. sabbato post dominicam: laetare. Gerards Werners zoen in erfthyns van 't capittel ontvangen een hofstede, gelegen achter S. Jacobs kerke te Utrecht, om een lood zilver elk jaar, pg. 432. (570).

1409. des anderen daghes na S. Gregorius dach. Frederik vten Hamme, cnape, bekent, te renunciéren en over te geven de erfpacht van die voorgemelde hofstede, aan het capittel, om daarmede haren wille te doen, Pg.433. (571).

1408. in die b. Thomae. Jan Gheryts soen bekent, in erfpacht ontvangen te hebben derde half morgen lands in de parochie van Linschoten, elk jaar om 4 lood zilver, pg. 433. (572).

1409. fer. VI. post dominicam: invocavit. Symon de Weesmaker bekent, in erfpacht ontvangen te hebben een viertel lands in de parochie van Oudewater in Hedekendorp, elk jaar om 6 lood zilver, pg. 434. (573).

1409. des donred. na grote vastelavond. Ghysbert Scoter resigneert en staat af, zijn regt van erfpacht van den voorgemelde viertel lands onder Oudewater in Hedekenkorp, pg. 435. (574).

1408. op S. Katherinen avond. Aan Gelmaar vanden Tollen, voor zijn leven in pacht gegeven, eene hoeve lands in Byleveld in de parochie van Hermalen, om 14 oude schilden en vijf kapoenen, 's jaars, vrij gelds, pg. 436. (575).

1409. in vigil. Penthecostes. Aan Peter, Ghysebrecht Peters zoens zoen, in erfpacht uitgegeven een akker lands in Cortenhoeven, 's jaers om 5 lood zilver, pg. 437. (576).

1328. des sondaghes na S. Marien Magdalenen dach. Copie van een' brief van graaf Willem van Henegouwen en Holland, over het leggen van een' dijk in de Lopikerweerd, Pg.438. (577).

1402. op S. Bartholomeus avond. Verdrag tusschen 't capittel en de stad Schoon

hoven, dat de burgers aldaar, van ieder morgen lands, gelegen in de capittels tiende an der Zevender, hetgeen met hoppe beteeld wordt, tot tiende jaarlijks zullen betalen een vierde van een oud schild, pg. 438. (578).

S. ind. temp. Aanteekening der wasch- en ongel-kaarsen, welke de thesaurier dagelijks in de kerk moet leveren, pg. 439. (579).

S. ind. temp. Register van de tyenden, die de heer van Vyanen, en van den Goye, van 't capittel in pacht heeft, en voor hoe veel geld, belopende de geheele somme 1809 ponden, pg. 439. (580).

1411. op S. Servaes dach. Jacob, heer van Gaasbeek, belooft, wegens eene erfpacht van negentien morghen lands, gelegen bij den huize ten Goye, jaarlijks aan het capittel te zullen betalen 22 pond en 10 schellingen, Pg.440. (581).

1337. op den achtsten dach van S.Agneten. De graaf van Gelre permitteert aan 't capittel, 't afghespleyt goed van den hof te Apeldoren weder te mogen aenvanghen, pg.440. (582).

(Sine anno.) Copia processus bullarum super confirmatione consuetudinis de maledicendo, door bisschop Frederik, pg. 441 sqq.

(583).

1407. op elf dusent magheden dach. Voor schout en schepenen van Cortenhoeve, door Claes Otten zoen, aan 't capittel opgedragen een' vrijen uytwech over zijn land, pg.445. (584).

1412. sabbato post festum b. Lucae ewang. Gheryt, Henrik zoen, van Maersen bekent, in erfpacht genomen te hebben een hofstede in 't lynpadt, 'sjaars om een oud schild en een quartier van een oud schild, pg. 446. (585).

1412. fer. II. post b. Kiliani martyr. Gheryt van Brueclede bekent, voor den tijd van veertig jaren in pacht ontvangen te hebben een viertel veens, gelegen op Trechter veen in des Domproost geregt van Utrecht, elk jaar om 5 oude schilden, pg. 447. (586).

1412. (sine die.) Hendrik Lubbrechts zoen bekent, voor zich, zijne vrouw en beide zoons, zoo lang een van hen vieren leefde, in pacht

genomen te hebben een halve hoeve veenland, gelegen in Westbroek, en zulks om elf en een half oud schild, en vier capoenen, 'sjaars, vrij geld, zonder afslaan van eenige ongelden, uitgenomen mergengelde, pg. 448 sq. (587).

1415. des vryd. na S. Willebroerds dach. Gheryt vander Horst bekent, in dienstmans recht, ontvangen te hebben den Ryperinch hof, om tien mouder rogge en vijf en twintig mouder gerste 's jaarlijks; verder, om niemand in dat goed te setten, dan een welgeboren dienstman; alsmede, om twee of driemaal des jaars, afgezondene van 't capittel, liefelyk te ontfangen, en al zulke herberge te doen, als des hoves regt ende gewoonte tot hiertoe geweest is, pg. 450. (588).

1411, op S. Servaes dach. Jacob, heer van Gaesbeek, etc. bekent, van 't capittel in erfpacht te hebben negentien morgen land, gelegen bij den huyze ten Goye, en gehéten: dat Dweerland, ende Cortland, 's jaars om 22 pond en 10 schellingen, pg. 451. (589. 1402. op S. Bartholomeus avont. Overeenkomst tusschen het capittel en de stad Schoonhoven, dat de burgers van ieder morgen lands, gelegen in de capittels tiende aan der Zevender, welke met hoppe beteeld wordt, zullen betalen 's jaars een quartier van een oud schild, pg. 452. (59). (Zie ook pg. 438.) 1416. Maart 4. Bisschop Frederik bekent, dat het goed te Meerne, in 't kerspel yan Wyc, een vrij onschatbaar goed is, en kwalijk in de registers der schattinge van Salland als een schatbaar goed gebragt is, pg. 452. (591),

1417. des donred. na Hemelvaerts dach. Egbert opder Horst, en zijn zoon, nemen op zich, 't capittel te verantwoorden tegen alle last, aanspraak en klage, wegens het aan hen verkogte goed Zuytwyc, in het kerspel van Eep, pg. 452. (592).

1416. Sept. 17. Vidimus van een' brief op. S. Servaes dach, waarbij Jacob, heer van - Gaesbeek, bekent, in pacht ontvangen te hebben, tot vijf jaren, de tiende in 't Goye, te Houten, te Loeric, Westrum, Oestrum, Over

dyk, ende Nyenweert, elk jaar om 260 oude. schilden, vrij geld, pg. 453 sqq. (5931

1414. fer. VI. post b. Mauricii. Sententie des officiaals, waarbij Arnold van Leyenberg en zijne vrouw Heilwig verklaard worden vervallen te zijn van 't regt van erfpacht op de halve tienden van Alblas, met het executoriaal van dien van 1416. fer. V. post dom.: cantate, pg. 456 sqq. (594).

1416. Jun. 14. Johan van Leyenberch, knape, bekent, de halve tiende van Alblas van 't capittel weder in erfpacht, waarvan zijn vader, Aernt van Leyenborch, wegens verzuim vervallen verklaard was, ontvangen te hebben, om eene jaarlicxe pacht van 14 mark zilver, pg. 459 sq. (595).

Eod. Kernt, heer van Leyenberch, belooft, zoo lang hij aan die voorstaande halve tiende van Alblas, wegens zijne vrouw zal gelijftugtigd zijn, de voorsz. pacht jaarlijks te zullen betalen, pg.461. (596).

1419. Mey 23. Aernt, heer van Leyenberch, renuncieert vau zijn lijftugt, en zijn zoon, Jan van Leyenberch, resigneert zijne erfpacht van de halve tiende van Alblas, ten behoeve van Wouter v. Ghent, pg. 462. (597'.

1419. July 22. De gemelde Wouter van Ghent door 't capittel weder verleyt met de erfpacht van de gem, tiende, pg. 463 sq. (598).

1421. Decemb. 17. Arnoldus de Ghent, armiger, resigneert in handen van 't capittel de pacht van de halve tiende in Papendrecht, Pg.465. (599).

1422. op S.Victoers avond. Willem Moelnaer van Stryen bekent, voor tien jaar in pacht genomen te hebben den halven tiende van Papendrecht, elk jaar om 3 en een half mark zilvers en een pont Hollandscher penningen, pg. 466. (60°),

1424. July 3. Wouter van Ghent renuncieert van den leenweer en de pachtinge van de capittels tienden onder de heerlijkheid van Alblas en Alblasserdam, pg.467. (601).

Eodem. Verdrag namens den proost en het capittel ter eenre, en Wouter en Aernt van Ghent, gebroeders, ter anderer zijde, over de tienden van Alblaes, pg. 468. 468. (602',