Sayfadaki görseller
PDF
ePub

te Lichtmisse. 't Capittel bekent in pacht gegeven te hebben aan Diederik van Herlaer, » haere helfthe van den gherechte van tinse van tienden groet ende clene, alse van 12 houen Lants, dy gelegen sin tusschen der ameyde ende merkerke, tot sinen live elex jaeis om 20 ponden." pg. 37. (29).

1333. Woensd. na S. Mertinsdach inden winter. Door Gisebrecht, Here van Iselsteine, aan 't capittel gegeven » enen vrien eygendom van eenre vierteel lants, dy vir morgen hout, ende dy geheten is dy oude hofstede te Merloe." pg.37. (30).

[ocr errors]

1334. Maand. voor S. Jan te midsomer. Gisebrecht, heer van Iselstein, bekent in pachte ontvangen te hebben voor zes jaren de tiende van opburen, de tiende van Eytheren ende den tiende van der maerne elex jaers om 200 ponden en 10 schellingen; ende om drie salme, oft vor elcken salme dertich grother tornoyse", adjecto pacto obstagiali. pg. 38. (31).

*1432. Sept. 9. Verdrag, dat de 12 marken, en aan ieder der canunniken eene Zeelandsche kaas, welken de Proost uit de Zeelandsche goederen jaarlijks aan 't capittel moest uitreiken, vervolgens betaald zullen worden met 8 marken zilvers. (Tusschen pg. 38 en 39 op een ingevoegde perkam. cedel.) (52).

*1251. xv. kal. Maji. Wilhelm. de Brederode, miles, bekent in erfpacht ontvangen te hebben, de helft der tiende, medietatem decimae, in Papendrecht, voor een jaarlijksche pensie van zeven ponden Hollandsch, nisi per inundationes aquarum terra marabilis fiat vel per ruptiones aggerum segeles omnino in aqua remaneant. Adjectum est praeterea, quod si ego pensionem — statuto termino non persolvero, Episcopus Trajectensis, quicunque fuerit pro tempore, me sine monitione & citatione excomunicabit. Met een vidimus van den officiaal gegeven 1330. feria VI. post vincula Petri, pg.39. (33).

-

1330. Maend. na S. Peters dage ingaenden Oeste. Volmagt van Henrik van Brederode, om uit zijn' naam van 't capittel te verheffen den halven tienden van Papendrecht, in een erfpacht, pg.39. (34).

1330. Dingsd. na S. Peters dage ingaenden Oeste. Henrik van Brederode verleid met de erfpacht van de halve tienden in Papendrecht, 's jaars om 7 pond Hollandsch, onder conditie, dat, zoo hij zonder lijfserven overleed, zijne vrouw de lijftogt zal houden, pg. 40. (35).

* 1263. in vigil. b. Berthol. De goederen in Oesthave in erfpacht gegeven aan Theodericus de Omere, jaarlijks om tres modios ordei, & servitium duorum dierum in messe, te betalen in curti de Hoynen, pg. 41. (56).

* 1262. in die nativ. B. Mariae. Attestatie van schout en schepenen van Harderwijk, dat Wissekinus Lefardi filius, bij resignatie en vrijwilligen afstand van Johannes de Velde, het goed, hetwelk deze van 't capittel in erfpacht hield, weder in erfpacht had ontvangen, en hetzelve van 't capittel zou verheffen, pg. 41. (57).

* 1316. in vigil. b. Berthol. Attestatie der stad Harderwijk, dat eenige pacht- of thinsgoederen van 't capittel door iemand titulo emptionis verkregen wordende, zoodanige verkoop niet nadeelig is aan 't capittel ten opzigte van thins, pacht, of tiende, pg. 42. (38).

*1303. fer. VI. post Judica. Verdrag tusschen Harderwijk en 't capittel over de betaling van 21 ponden 's jaars uit de groote kamp bij Harderwijk, pg. 42. (39).

* 1265. in vigil. b.Marie Magdalene. Theodericus de Omere judex Velue, verpandt aan 't capittel zijne goederen in Osterowic voor 30 ponden, onder behoud van inlossing voor zich en zijne erfgenamen, sub pacto obslagiali, pg. 42. (40).

* 1290. fer. II. post Mathiae apost. De goederen te Velde, onder den curtis Zelhorst, door eenen Gerlacus voor de helft in erf pacht van 't capittel ontvangen, zullende een' dubbelen erfpacht betalen, zoo hij zijn pacht op den termijn, of eene maand daarna niet betaald heeft, pg. 43. (41).

* 1294. die Petri & Pauli. De groote kamp, campus magnus, even buiten de poort van Harderwijk gelegen, aan die stad in erfpacht gegeven voor 21 ponden 's jaars, pg. 44. (42).

*

1290. fer. Vl. ante nativ. domini. De andere goederen te Velde, onder den curtis Zelhorst, in erfpacht gegeven aan Atetus, filius Sconeldis, en wel op dezelfde conditien en in dezelfde woorden, als hier voor op pag. 43. de andere helft gegeven was aan eenen Gerlacus, pg. 44. (43).

* 1291. in crast. Odulfi. De curtis de Scinhaven door 't capittel in een erfpacht uitgegeven aan eenen Gosuinus, burger van Herderwijc, om zekere geld- en zaad pacht, alsmede, dat hij er een huis op moet houden, om te kunnen logéren, voor de canunniken; tevens ook, dat hij een curmedige zal zijn, en zijn erfgenaam, pg. 45. (44).

* 1330. sabbato post festum annunc. Marie virg. glor. Het dagelijksche gerigt van 't capittel, hoe ver het zich uitstrekte, nader bepaald door den Bisschop, en aan schout en schepenen belast, zich zulks niet te onderwinden, pg. 46. (45).

* 1288. in die decoll. Joh. Bapt. De tiende in Wale, door bisschop Jan aan 't capittel gegeven, pg. 46. (46).

* 1169. (sine die.) De tienden te Wilthenburgh en in Lopick door den proost Balduinus aan 't capittel afgestaan, pg. 47. (47). (Pag. 48. niet beschreven.)

* 1505. Oct. 24. Statuut der kerke van Utrecht, hoe de canonici honoris, non praebendati, te plaatsen in choro. (Tusschen pg. 48 en 49. op een los pap. blaadje.) (48). (48). *1333. fer. VI. post omn. SS. Statuut van het capittel, om met de canunniken aan te stellen zes receptores bastoni, qui bastonarii vocabuntur, pg. 49. (49.

* 1264. in crastino B. Nicholai episcopi. Statuut en ordonnantie van 't capittel, de emancipatione lam prelatorum, quam canonicorum, pg. 49. (50'.

* 1333. sabbato post translationem B. Martini. Statuut van 't capittel over de ruiling der praebenden, en hoe lang iemand wachten moet, eer hij capitulair wordt of stem in 't capittel heeft; ook over 't houden van residentie, pg. 50. (51).

*1334. in crast, conversionis Pauli, Con

firmatie van het voorgaande statuut door bisschop Johan, pg. 51. (52).

*1280. in crast. Barnabae apostoli. Statuut, dat, zoo bij discrepantie van 't capittel, twee tot één praebende of beneficie verkoren waren, zich beide verkorene zullen absenteren a choro, en geen opkomsten zullen trekken, tot dat aller ab altero evincatur per sententiam, vel ei cesserit. pg.51. (53).

* 1248. in vigil. annunciationis B. Mariae. Statuut, hoe lang een afgestorven canonik, of, zoo hij monnik wierd (religionem intraret), de vruchten en opkomsten van zijne praebende nog zal genieten, om daaruit zijne schulden te kunnen betalen; wordende die tijd bepaald ad duos annos & duos menses, Pg. 52. (54).

[ocr errors]

1296. in vigil.nativ. B. Mariae. Brief aan den proost Hubertus de Amersfoerde, inhoudende de namen van de ministeriales praepositurae ecclesiae beatae Mariae, en hoe veel dezelve aan den proost moeten betalen, si aliquis predictorum facere voluerit permutationem, que vulgariter Wissele dicatur, namelijk libram cerae, mits het is een similis & equalis, dien zij in hunne plaats stellen, pg. 52. (55).

* 1290. fer. VI. post Mathiae apost. Door het capittel de goederen te Velde onder de curtis Zelhorst op dezelfde conditien en met dezelve woorden, voor de helft in een erfpacht uitgegeven aan eenen Gherlacus, zoo als hij dezelve bekent ontvangen te hebben in zijn' brief, hier voren geregistreerd op pg. 43., pg. 53. (56).

* 1325. in vigil. nativ. b. Mariae. Schepenen-brief van Harderwijk, dat het capittel de pachtgoederen van Gherlacus magnus, en van Gherlacus filius Johannis, weder aan verscheiden andere burgers in erfpacht heeft uitgedaan, pg. 54. (57).

*1266. in die b. Mariae Magdal. Uitspraak der geschillen tusschen het capittel, en die yan Harderwijk over 't betalen der thinsgoederen in den hof te Zelhorst, pg.55. (58).

* 1290. in festo S.Vitalis martiris. Eenige areae, of huissteden binnen Harderwijk, vrij

van thins, en in vollen eigendom door het capittel afgestaan en verkocht aan de Minderbroeders aldaar, pg.55. (59).

1311. Saterd. nae S. Margareten-daghe. Reversaalbrief, waarbij Heer Jan van Alblaes, ridder, bekent de helft van alle tienden, die gelegen zijn in de heerschap van Alblaes, groot en klein, in een' altoosdurende erfpacht van 't capittel ontvangen te hebben, om eene jaarlijksche pacht van veertig ponden, pgg. 56-58. (60).

1329. des vriedaghes nae Meydach. Gysbrecht van Alblaes, heeren Johans zoon, de voorgemelde tienden van Alblaes weder in erfpacht ontvangen, op dezelfde voorwaarden, pgg. 59, 60. (61.

1329. Sond. na S. Philippes ende S. Jacobsdaghe. Dezelve Gysbrecht van Alblaes ontslaat 't capittel van alle voorwaarden en brieven, welke zijn vader en voorouders met 't capittel gemaakt hadden, voorbehoudende hem alle zijne voorwaarden en brieven, die hij van nieuws van het capittel ontvangen hadde, pg. 61. (62).

* 1288. fer. V. ante ramos palmarum. Johan de Alblaes bekent de helft van de tiende in Alblas van 't capittel ontvangen te hebben, op dezelfde erfpacht van tien ponden Hollands en onder dezelfde voorwaarden, als zijn vader Henrik van Albaes, ridder, dezelve ontvangen had bij zijnen brief van 1255. vigil. Bartholomei, welke brief woordelijk in dezen geinsereerd is, pg.61. (63).

1279. in die S. Agnetis virgin. Johan de Alblaes bekent de tienden in boreali plaga in Alblas, in loco, qui dicitur: Dekens polre, in erfpacht ontvangen te hebben, op diezelfde voorwaarden, als Otto van Alblas en zijne vrouw die ontvangen hadden in 1219. Pg. 62. (64).

*1305. V. non. Maji. De tienden in territorio de Alblaes & de Blocwere, jure patronatus ecclesiarum parochialium predictarum terrarum duntaxat excepto, in eene erfpacht door 't capittel gegeven aan Maria, huisvrouw van Johannes de Barlar, en hare erfgenamen, 's jaars om 10 ponden, pg. 63. (65).

1296. in vigil. B. Victoris. Mandatum van den officiaal van Utrecht, aan den priester in Alblaes, en aan anderen, om Joannes de Alblaes in de kerken uit te roepen, als meineedig en geëxcommuniceert, om dat hij de tienden van 't capittel in Australi parte de Alblaes versus Merwede usque Gravelant, tegen den erfpachtbrief, buiten consent van 't capittel, had verdeeld en gealieneerd, pg.64. (66).

* 1311. sabbato post oclav, translationis b. Martini. 't Capittel bekent uit hoofde van verdrag over de tienden van Alblaes, Blocwere en Nesse, aan Maria, domina de Barlar, schuldig te zijn 300 ponden, in drie termijnen te betalen, sub pacto obstagi, pg. 65. (67). * Eod. Acte, waarbij de gemelde Maria, vrouwe van Barlar, ten behoeve van 't capittei renuncieert van al haar regt, en afstand doet van de gemelde tienden in Alblaes, Blocwere en Nesse, pg. 65. (68).

* 1280. in exaltatione S. Crucis. Verdrag tusschen Johan van Alblaes en Nicolaus van Subburgh, over de tienden apud Alblaes versus septentrionem jacentibus, waarbij de eerste aan den laatsten een derdepart van dezelve tiende afstaat, mits een derde van de erfpacht aan 't capittel betalende, pg. 66. (69).

Eod. Joh. van Alblaes belooft bij het capittel te zullen uitwerken, dat het derdepart der gemelde tienden, alsmede het derdepart der tienden de Blocware & de Nesse, zoo hij bevonden werd daar regt aan te hebben, overgedragen wordt aan den gemelden Nicolaus de Subburgh, ridder, pg. 66. (70).

*1255. in vigil. Bartholomei apost. Erfpachtbrief, waarop Henrik van Alblaes de tienden van 't capittel ontvangen heeft. Dezelfde zoo als hier voren op pg. 61. ook geinsereerd is in de Reversaal-brief van Jan van Alblaes, in 1288. pg. 67. (71).

* 1219. Twee derde parten van de tiende van de Dekens polre aan Otto van Alblaes, en zijne vrouw in erfpacht gegeven voor 4 ponden 's jaars, pg. 67. (7").

*1377. fer. V. post Lucae euangelist. De kerk van Scaekerslo door H. dielus Buffels,

dominus de Scaekerslo, geconfereerd aan magister Egidius, canonicus S. Mariae, en aan den deken verzocht denzelven te investiéren daarmede, pg. 68. (73).

*1364. in die scholasticae Virginis. De capellaan van den proost bekent van Egidius Buffels ontvangen te hebben 110 solidi, pg. 68. (71.

1273. fer. V. ante festum Mariae Magdalenae. Johannes van Albenburch staat af aan Gerardus de Meruende zijne voogdije over Johan van Alblaes, pg. 68. (75).

* 1312. fer.II. post dominicam, qua cantatur: judica. Quitantie van 100 ponden tournois, welke Maria, weduwe van Johannes de Baerle, bekent ingevolge verdrag van 1311. (Zie hier voren op pg. 65.) van 't capittel ontvangen te hebben, renuncians omnibus exceptionibus doli mali, non numerate pecunie, actioni in factum, ac omnibus aliis privilegiis, Vellejani, ac aliis indulgentiis sive gratiosis concessionibus & defensionibus juris & facti, pro nobis quomodolibet introductis sive introducendis, pg. 68. (76).

* 1311. sabbato post octavas translationis B. Mariae virginis. Verdrag van 't capittel met Maria, vrouwe van Baerle, over het afstaan van 't regt op eenige tienden in Alblaes, van welk verdrag in 't vorige stuk gewaagd wordt, pg. 68. (77).

* 1307. in assumptione B. Mariae virginis. Een vidimus van den brief van 1305. V.non. Maji, zoo als hiervoren reeds geregistreerd staat op pg. 63. pg. 69. (78).

*1288. fer. V. ante ramos palmarum. Dezelfde brief, zoo als hier voren op pg. 61. nog eens geregistreerd staat, pgg.70, 71. (79. *1280. in die B. Servatii. Nicolaus de Subburch, miles, bekent in erfpacht om 5 ponden 'sjaars van 't capittel ontvangen te hebben de tiende: inter duos aggeres de Alblaes & Vinkenlant, pg. 72. (30).

*1227. Het jus patronatus van de kerk van Alblas door den proost aan 't capittel afgestaan, pg. 72. (81).

1317. des anderendaghes nae onser Vrouwendaghe te Lechtemisse. Compromissoriale

uitspraak der zegsluiden over de verschillen tusschen het capittel en de vrouwe van Voorne, aangaande de tiende van 150 morgen lands tusschen Oosternesse en Westernesse, pg. 72. (82).

* 1330. XIII. Indict. mensis Octobris die vicesima octava. Eenige stukken lands door Rudolphus, filius Reineri, voor den officiaal opgedragen en geschonken aan 't capittel, ad capellaniam instituendam de novo, et habendam perpetuo ad altare S. Crucis, ante choram ecclesie B. Marie virginis constructum, pgg. 73, 74. (83).

* 1342. ipso die Ambrosii. Brief van 't capittel, waarbij eenige andere goederen verwisseld worden ten voordeele van de voorgemelde capellanie ad altare S. Crucis, pg.75. (84).

1348. Des vridaghes na S. Philips ende S. Jacobs daghe. Ghisebrecht, Heer van Apcoude en Gasebeke, bekent voor zijn leven in pacht genomen te hebben, »het gerechte, tinse en tiende van Cortehoeven ende van Tankenvene, het gerechte van Horstwerde ende Indyx tiende, jaarlijks om 170 gulden schilde." Sub pacto obstagiali. pg. 75. (85).

1349. Op S. Odulfs dach. Ghisebrecht van Starkenburch stelt zich in plaats van Ghisebrecht van Loenreslote, tot borge voor den Heer van Abcoude, en onderwerpt zich aan't voorgaande pactum obstagii, pg. 76. (86).

* Eod. Eene aanteekening, tot welke kerkdiensten de twee semi-prebendati imperiales verpligt zijn, pg. 76. (87).

in

* 1322. ipso sec. die Paschae. Brief van 't capittel over het testament van magister Petrus de Mare, semi-prebendarius ecclesiae, en welke goederen de erfgenaam van denzelven aan 't capittelhuis heeft uitgereikt, waarvoor, gevolge dat testament, gesticht is een altaar in dextra parte primi altaris ejusdem ecclesie, in quo prima missa de Domino nostro cantatur; en dat na den dood van den erfgenaam, welken 't vruchtgebruik gemaakt was, de opkomsten van die goederen door den capellaan zullen genoten worden, pg.77. (88).

*1196. Uitspraak ov. de geschillen tusschen

het capittel en de stad, de domo, que est juxta pontem urbanum supra fossatum, Pg. 78. (89).

De

*1217. Stichting en fundatie van de kerk in 't Geyn, door bisschop Otto, pg.79. (90). * 1310. sabbato post diem Tiburtii. grond, waarop de verplaatste nieuwe kerk van Heteren en 't kerkhof staat, door Giselbertus van Yselstein geschonken aan 't capittel, pg. 79. (91).

* 1293. in die B. Victoris. Door Agnes, weduwe van Werenboldus, dictus Vlaminck, een hoeve in Benscop, en twee andere stukken lands, gegeven aan 't altaar S. Crucis voor twee derden, en aan de vicarie te Heyteren voor een derde gegeven, en dat na haar dood de collatie van die vicarie zal staan aan deken en capittel, pg. 80. (92).

* 1310. fer.IV. post diem Paschae. De grond, waarop de nieuwe kerk, welke van Heteren verplaatst was, gebouwd is, en het kerkhof beslaat, door Giselbert van Yselstein geregtelijk overgedragen en afgestaan, en tevens bekend, dat het capittel alleen regt heeft tot de collatie van dien, pg.81. (93).

* 1287. in crast. conversionis B.Pauli apost. Hubertus de Everdingen draagt op aan 't capittel, met toestemming zijner kinderen, 15 morgen lands, en ontvangt dezelve weder in erfpacht, 's jaars 10 ponden, pg.81. (94).

1282. fer. VI. ante Valentini martyris. Volmagt van Johannes, dominus de Kuic (!), op Wilhelmus Rusche de Linscoten, om 16 morgen lands, sita juxta Semelam, aan 't capittel op te dragen, coram justiliario loci & hominibus vicinis, landgenoten nuncupatis, pg. 82. (95).

*1313. in crast. b. Bartholomei. Van de 26 morgen lands, in jurisdictione Herberni de Overvechte juxta bona teer Semele dicla, in pacht uitgegeven door het capittel 13 morgen, 's jaars om 10 ponden en 10 hoenderen aan Wolterus filius Richardi, voor deszelfs leven lang, pg. 82. (96).

*1282. fer. VI. ante Valentini martyr. Johannes, dominus de Kuch (!), renuncieert ten behoeve van 't capittel, van den eigendom en

regt op 26 morg. lands, gelegen in parochia de Werkunden, in loco juxta Semele, pg. 83. (97).

*1313. in crast. B. Bartholomei apostoli. 13 Morgen van de bovengemelde 26 morgen. door 't capittel, 's jaars om 10 ponden en 10 hoenders verpacht aan Wilh.Rusche en zijn' zoon, gedurende hun beider leven, pg. 83. (9%). * 1312. in crast. B. Agathae virginis. Wilhelmus dictus Rusche de Linschoten cedeert zijn regt op de bovengemelde 26 morgen aan 't capittel, en belooft bij den leenheer Joh. de Kuch te zullen uitwerken, dat dezelve den eigendom ook aan 't capittel cedére. Sub pacto obstagii, pg. 83. (99).

* 1273. in vigil. B.Thomae apost. Theodericus de Velda en zijn vrouw Eufemia renun-ciéren al hun regt in bonis, que Gelmath appellantur, en permittéren met consent des Bisschops, als leenheer, dat het capittel eene waterleiding zal mogen graven door hun land, hetgeen naast die goederen ligt, pg. 84. (100).

* 1271. in die B.Willebrordi. Het land apud Vechten, quae Gelmade dicitur, en door Sophia, dochter van Theodericus de Velde, in erfpacht bezeten werd door 't capittel, ook toegestaan aan haar man Hanezo de Wijc, om na haar dood ook in erfpacht te houden, mits dat na zijn dood, bij gebrek van wettige kinderen, die erfpacht weder kome op de erfgenamen der vrouw, pg. 85. (T02).

* 1272. fer. II. post fest. b.Remigii. Hanezo de Wijc, miles, verkoopt voor 45 ponden aan 't capittel zijn erfpachtsregt op de bona in Gelmate, met toestemming van zijne vrouw, aan die hij weder uit zijne eigene goederen in de plaats geeft eenige andere in Koten gelegen, mits dat zijne erfgenamen dezelve van zijner vrouwe erfgenamen altoos zullen mogen inlossen met 45 ponden, pg.85. (103).

* 1280. in crast. purific. Mariae. Nicolaas de Cats, miles, bekent, om 12 ponden 's jaars, van 't capittel in erfpacht ontvangen te hebben jurisdictionem cum censu de Loepeke & decimam in Boenrepas cum censu & jurisdictione, pg. 86. (104)..

* 1268. in die B.Severini archiepisc. Henricus, dominus de Lekka, bekent niet langer

« ÖncekiDevam »