De laatste nacht des heeren: inleiding tot de laatste gesprekken en gebeden van Jezus bij den evangelist Johannes, Evang. XIII 31 - XVII 26, in brieven

Ön Kapak
Van der Meer & Verbruggen, 1850 - 263 sayfa
 

Diğer baskılar - Tümünü görüntüle

Sık kullanılan terimler ve kelime öbekleri

Popüler pasajlar

Sayfa 218 - En ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in mij gelooven zullen : 21 opdat zij allen één zijn , gelijkerwijs Gij Vader in mij, en ik in U, dat ook zij in ons één zijn; opdat de wereld geloove dat Gij mij gezonden hebt.
Sayfa xxii - Blijft in mij, en ik in u. Gelijkerwijs de rank geene vrucht kan dragen van zich zelve, zoo zij niet in den wijnstok blijft : alzoo ook gij niet, zoo gij in mij niet blijft. 5 -Ik ben de wijnstok, en gij de ranken ; die in mij blijft, en ik in hem, die draagt veel vrucht ; want zonder mij kunt gij niets doen.
Sayfa xxi - Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mij zelven niet, maar de Vader Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is; en indien niet, zoo gelooft Mij om de werken zelve.
Sayfa xxi - Trooster geven, opdat hij bij u blijve in eeuwigheid • 17 Namelijk den Geest der waarheid, welken de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet hem niet, en kent hem niet ; maar gij kent hem, want hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
Sayfa 229 - Vader ! ik wil, dat waar ik ben, ook die bij mij zijn, die gij mij gegeven hebt ; opdat zij mijne heerlijkheid mogen aanschouwen, die gij mij gegeven hebt, want gij hebt mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld.
Sayfa 3 - Ik in hen, en gij in mij ; opdat zij volmaakt zijn in één, en opdat de wereld bekenne, dat gij mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk gij mij liefgehad hebt.
Sayfa 1 - Wat is dit dat hij tot ons zegt : Eenen kleinen tijd en gij zult mij niet zien, en wederom eenen kleinen tijd en gij zult mij zien ; en : Want ik ga henen tot den Vader? 18 Zij zeiden dan: Wat is dit dat hij zegt: Eenen kleinen tijdl Wij weten niet wat hij zegt.
Sayfa 3 - Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader ! in Mij, en Ik in U, dat ook zij in ons één zijn ; opdat de wereld geloove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Sayfa 10 - Nu is de Zoon des menschen verheerlijkt, en God is in hem verheerlijkt. 32 Indien God in hem verheerlijkt is. zoo zal ook God hem verheerlijken in zich zelven, en hij zal hem terstond verheerlijken.
Sayfa 251 - IN den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.

Kaynakça bilgileri