Sayfadaki görseller
PDF
ePub

DE LA SOCIÉTÉ

HISTORIQUE ET ARCHÉOLOGIQUE

DANS

LE DUCHÉ DE LIMBOURG.

TOME XXXIX.

NOUVELLE SÉRIE,

TOME XIX.

Vis unita major.

1903.

MAESTRICHT,
LEITER-NYPELS.

1903.

Cunning

www. 11-47-31

24872

GESCHIEDENIS

VAN HET

KLOOSTER DER KRUISHEEREN TE MAASTRICHT.

VOORWOOR D.

Bij de samenstelling dezer monographie hebben mij hoofdzakelijk gediend de op het Rijksarchief te Maastricht berustende rekeningen-registers der prioren en procuratoren van het Kruisheerenklooster aldaar (110 registers loopende van 1450 tot 1796). De andere werken die ik geraadpleegd heb, zijn ter plaatse

aangegeven.

Wegens de vele genealogische bizonderheden die er in voorkomen, heb ik gemeend eenigen dienst te bewijzen met het „Liber Anniversariorum Conventus Trajectensis O. S. C." in zijn geheel op te nemen.

Het is bijna geheel geschreven door den procurator Stephanus van Sittard (1475—1504).

Wanneer de jaargetijden door een ander zijn geboekt, heb ik den naam van den schrijver aangegeven.

Door vergelijking met de rekeningenregisters, viel het gemakkelijk de verschillende soorten van geschrift vast te stellen.

Een woord van oprechten dank aan de Heeren A. J. A. FLAMENT, Rijksarchivaris, Dr P. DOPPLER, commies-chartermeester en J. EVERSEN, adjunct-commies aan het Rijksarchief in Limburg te Maastricht, voor de behulpzame en voorkomende wijze waarop zij mij mijne taak hebben vergemakkelijkt.

H. P. A. VAN HASSELT, ord. S. Crucis.

HOOFDSTUK I.

Stichting der Orde van het H. Kruis.

Theodorus de Celles, de stichter der Kruisheerenorde, aanschouwde het eerste levenslicht te Celles bij Dinant in 1166. Zijne ouders waren Walther de Beaufort-Spontin en Oda van Bretagne, stichters van den tak „de Celles".

Met de opleiding van hunnen zoon belastten zij de kanunniken der collegiale kerk aldaar. Nadat de jongeling zijne studiën had voleind, werd hij aan het hof geplaatst van den toenmaligen bisschop van Luik, Radulf van Zaehringen. In diens gevolg ondernam hij den kruistocht naar het H. Land onder Frederik Barbarossa.

Toen er, na den dood van Barbarossa, oneenigheid uitbrak onder de vorsten die aan den kruistocht deelnamen, was de bisschop van Luik, Radulf, een dergenen, die weigerden de reis verder voort te zetten. Hij keerde met zijn gevolg, waarbij zich ook Theodorus bevond, huiswaarts (1).

Als belooning voor bewezen diensten en als blijk van waardeering zijner deugden, schonk hij den jongen man een kanonikaat aan zijne kathedraal. Radulf zou evenwel zijne zetelstad niet terugzien. Hij stierf waarschijnlijk door vergif, te Herderen bij Freiburg 5 Augustus 1191.

Theodorus nam, bij zijn aankomst te Luik, bezit van zijn

(1) De bewering van P. Verduc (Vie du B. Théodore de Celles, Périgue: x 1681) en eenige anderen, dat Theodorus de heilige plaatsen te Jerusalem, enz. bezocht heeft, verdient geen geloof.

Het komt mij

met Heliot en Fisen twijfelachtig voor dat de Turken een

hunner doodsvijanden zoo maar in die stad lieten doordringen.

« ÖncekiDevam »